De luchtkwaliteit in ons land verbetert langzaamaan. Maar daadkrachtige maatregelen blijven uit, terwijl ze hard nodig zijn. Wij als Gezinsbond pleiten ervoor dat de kindnorm voor luchtkwaliteit gehaald moet worden.
Wat is dat, die kindnorm voor luchtkwaliteit? Kort gezegd is het een norm voor luchtkwaliteit waarbij de lucht zo weinig vervuild is dat hij onschadelijk is voor kinderen. Een ambitieuze norm, want nu halen we dat nog lang niet. Onze lucht is wél schadelijk, en niet alleen voor kinderen.
Waarom een kindnorm? Vanuit het principe ‘design for all’: maatregelen die ervoor zorgen dat de lucht veilig is voor kinderen, zorgen ervoor dat de lucht veilig is voor iedereen.
Iedereen getroffen
Luchtvervuiling treft iedereen: het Europees Milieuagentschap schat dat in Europa jaarlijks 300.000 volwassenen vroegtijdig sterven door luchtverontreiniging. Ook de kans op kanker, luchtwegenaandoeningen, dementie en wiegendood stijgt.
Meer nadruk op preventieve gezondheidszorg is nodig, want luchtvervuiling kost naast al het persoonlijke leed ook nog eens veel geld. Voor bepaalde stoffen zitten we onder de Europese normen, maar voor andere stoffen niet.
Europa heeft voor heel wat stoffen grenswaarden opgelegd. Op de meeste plaatsen in Vlaanderen en Brussel blijven we daar (net) onder. Grote industriegebieden zoals havengebieden, en drukke plaatsen met veel autoverkeer, gaan geregeld over de norm.
Maar de Europese grenswaarden staan nog ver van een kindnorm. In 2021 stelde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) richtwaarden op voor een reeks vervuilende stoffen, en die zijn tot 8 keer strenger dan de Europese normen. Vlaanderen en Brussel halen bijna nergens die strengere norm van de WHO.
LEES OOK > Zowel Europa als de rechter verwachten meer ambitie: we moeten nu werk maken van gezonde lucht
Extra kwetsbaar
Bepaalde groepen zijn extra kwetsbaar, en ondervinden meer en verdergaande negatieve effecten van de vuile lucht: ouderen, mensen met chronische aandoeningen, ongeboren kinderen en kleine kinderen. Kinderen met een onderliggende aandoening, zoals astma of mucoviscidose, kunnen vroegtijdig sterven door luchtverontreiniging. In Europa gaat het jaarlijks om 1.200 kinderen.
De ontwikkeling van onze kinderen wordt beïnvloed door de blootstelling aan vervuilende stoffen. Daarenboven dragen ze die vervuiling ook nog eens hun hele leven mee.
Het effect is extra krachtig voor hen omdat ze klein zijn. Per kilogram lichaamsgewicht ademen kinderen de helft meer lucht(vervuiling) in, en ook hun natuurlijke weerstand tegen agressieve stoffen is nog niet optimaal.
De effecten zijn duidelijk merkbaar: de vuile lucht heeft gevolgen voor de schoolprestaties van de kinderen. Daarom is het ook een must om in te zetten op propere (binnen-)lucht voor baby’s.
LEES OOK> Zo maak je de lucht in huis gezonder voor baby’s
Hoe de kindnorm voor luchtkwaliteit halen?
Tegen 2030 moeten we veel minder fijn stof en stikstofoxiden (NOx) uitstoten. De uitstoot zal niet vanzelf dalen, daar moeten maatregelen toe genomen worden en wel snel. Met minder dan de kindnorm nemen we geen genoegen, ook niet wat betreft de kwaliteit van onze lucht.
Voor een kindnorm hebben we nodig:
- Ambitieuze luchtkwaliteitsnormen. Onze kinderen en andere kwetsbare groepen moeten lucht kunnen inademen die zo weinig vervuild is dat hij ook voor hen onschadelijk is. De nieuwe grenswaarden van de WHO vormen een goede basis.
- De opname van de externe kosten van luchtvervuiling (bv. gezondheidskosten door medicatie) in het kostenplaatje van de schadelijke effecten van luchtverontreiniging. Nu al worden de kosten van luchtvervuiling en lawaaihinder geschat op 5 miljard euro per jaar, in Vlaanderen alleen.
- Een indicator voor de effecten op kinderen met een ademhalingsziekte. Op die manier kan data worden verzameld om het probleem beter in kaart te brengen.
- Nationale en regionale luchtkwaliteitsplannen aangepast aan de nieuwe limietwaarden van de kindnorm. Er zijn ook strengere deadlines nodig voor gebieden waar de concentratie van vervuilende stoffen de relevante luchtkwaliteitslimieten overschrijdt. De luchtkwaliteitsplannen bevatten best specifieke maatregelen voor kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals kinderen, ouderen en zieken.
- Extra aandacht voor gezinnen in achtergestelde stadsbuurten. Gezinnen met de laagste inkomens en het laagste autobezit wonen vaak op de plaatsen waar de luchtvervuiling en lawaaihinder het grootst zijn, namelijk onze steden.
- Een ruimtelijke planning die speeltuinen, kinderdagverblijven, scholen, sportfaciliteiten en andere plaatsen waar kinderen veel tijd doorbrengen, weghoudt van zones die de luchtkwaliteitsnormen overschrijden, zoals zones met zwaar verkeer.
- Een transitieplan voor transport.
Transitieplan voor transport
Dat plan focust op hoe we ons verplaatsen en hoe we dit zowel veilig als gezond kunnen doen. Het heeft vijf prioriteiten:
– het STOP-principe om wandelen en fietsen voor korte afstanden aan te sporen en te vergemakkelijken met speciale aandacht voor verkeersveiligheid
– een uitgebreid en betrouwbaar aanbod aan openbaar vervoer met schone elektrische of hybride transportmiddelen
– een vergroening van het wagenpark
– lage-emissiezones en groene zones in steden
– lagere snelheidslimieten in woongebieden
Om echt werk te maken van een gezonde leefomgeving moet verontreiniging veroorzaakt door wegverkeer dus aangepakt worden. Een moeilijk proces dat tijd nodig heeft, wat meteen de reden is dat er niet meer geaarzeld mag worden.
Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.
Gepubliceerd op: 15/03/2017, laatste update op: 05/05/2023