Nee, ik wil niet slapen! Nee, ik lust dat niet! Nee, ik wil geen tanden poetsen! Herkenbaar? Dan heb jij vast een peuter of kleuter in huis. Kinderpsychologe Karolien Raeymaekers, zelf mama van Maxim (3) en Ella-Louise (5), helpt als gedragstherapeute al meer dan tien jaar ouders die ten einde raad zijn. In haar boek ‘Denk als je peuter/kleuter’ leert ze je in het hoofd van je kind te kruipen. ‘Alleen als je het peuter- en kleuterbrein begrijpt, kun je gepast reageren en crisissen voorkomen.’
Waarom schreef je dit boek?
Karolien Raeymaekers: ‘Ik merkte dat ik in mijn praktijk steeds meer ouders van peuters en kleuters over de vloer kreeg die met dezelfde vragen worstelden. Geen grootse problemen, wel dagelijkse zorgen zoals niet willen eten, tanden niet willen poetsen, voortdurend uit bed komen… Kleine issues die wel heel veel energie van ouders vragen.
Ik betrapte mezelf erop dat ik mijn verhaal steeds op dezelfde manier begon, namelijk met uitleggen wat een peuter is, wat een kleuter is en waar zij nog maar in hun ontwikkeling staan. Het verschil tussen een baby’tje dat jou constant nodig heeft en een kleine wijsneus van twee jaar die verbaal heel sterk is en goed weet wat hij of zij wil, is enorm.
Ouders durven zich daaraan wel eens te laten vangen en vergeten dat die kleine tweejarige ook nog veel hulp nodig heeft bij heel wat zaken. Daarom start mijn boek met de uitleg dat peuters en kleuters minimensjes in volle ontwikkeling zijn, en dat zij op een andere manier denken dan volwassenen.
Zodra ouders dat inzien en de wereld van hun peuter of kleuter beter begrijpen, kunnen ze hun aanpak daarop afstemmen en preventief heel wat conflictsituaties vermijden.’
LEES OOK > Als je peuter grote broer of zus wordt
Wat is dan het grootste verschil tussen de wereld van peuters en kleuters en die van volwassenen?
Karolien: ‘Peuters en kleuters leven in een magische wereld. De grens tussen fantasie en realiteit is nog niet sterk afgelijnd. Als ouders zijn we blij dat we erin slagen om onze kinderen bijvoorbeeld in Sinterklaas te laten geloven.
Maar wanneer peuters en kleuters niet willen slapen omdat er een monster onder het bed of een spook in de kast zit, dan wimpelen we dat af. Dan begrijpen we niet dat in die magische wereld monsters en spoken even echt zijn als de Sint. Toch kunnen we hen gemakkelijk helpen bij die angst en voorkomen dat ze altijd opnieuw uit hun bed blijven komen.’
Vertel ons alsjeblieft hoe!
Karolien: ‘Door op dat moment hun angstgevoelens te benoemen. Die kleintjes worden overspoeld door een gevoel dat ze niet altijd kunnen plaatsen, waarvoor ze het juiste woord niet kennen.
Zijn ze gewoon ongerust, een beetje bang of echt gigantisch bang? Je geeft hen woorden voor hun gevoelens en zegt dat je begrijpt dat ze bang zijn. Mama zou ook bang zijn mocht er een monster onder haar bed liggen.
Daarna is het wel belangrijk om hun gedrag te begrenzen. Ze mogen bang zijn, maar dat wil niet zeggen dat ze daarvoor uit hun bed moeten komen. Daarna benadruk je het positieve. Je bedenkt samen enkele oplossingsstrategieën: hoe kunnen we ervoor zorgen dat je minder bang wordt?
Je vraagt bijvoorbeeld welke knuffel ze graag bij zich in bed willen, of ze een extra nachtlampje willen, of je magische kusjes op hun oogjes mag geven… Je leidt hun aandacht af van de angst zodat ze die kunnen loslaten.
Bij volwassenen gebeurt dat trouwens ook hoor. Als je bijvoorbeeld ruzie hebt met je partner, dan kun je je boosheid niet laten zakken vooraleer de andere begrip toont voor jouw standpunt. Pas als je partner zegt ‘Ik begrijp waarom je boos bent’, kun je je emoties bedwingen en rationeler praten. Pas dan sta je open voor afleiding.’
‘Peuters en kleuters leven in een magische wereld. De grens tussen fantasie en realiteit is nog niet sterk afgelijnd’
Wat leren we nog uit jouw boek?
Karolien: ‘In het eerste deel schets ik vooral het theoretische kader van de ontwikkeling van het peuter- en kleuterbrein, in het tweede deel pas ik die kennis toe op de grote thema’s zoals slapen, eten, zindelijkheid, koppigheid,… Voor elk thema reik ik concrete oplossingen aan.
Een van de hoofdstukken gaat over driftkikkers, dramaqueens en brulberen omdat peuters en kleuters hun emoties altijd heel hevig ervaren. Ze zijn als een lichtschakelaar: aan of uit, nul of honderd. Iets tussenin bestaat niet.
Volwassenen daarentegen hebben wel een dimmer waarmee ze hun emoties kunnen regelen. Het is aan de ouders om hun kinderen te leren hoe ze hun gevoelens onder controle kunnen krijgen.
Dat emotioneel trainingsprogramma duurt jaren, tot wel twintig à vijfentwintig jaar. En dan nog, als volwassene heb je ook niet altijd je emoties onder controle.
In het laatste hoofdstuk worden de adviezen en tips nog concreter. Ik schets typische situaties die ouders met kleuters en peuters zeker herkennen, zoals: je wil een avondje gezellig op restaurant gaan, maar de kinderen blijven geen twee minuten aan tafel zitten.
Of je bent op vakantie aan zee maar het regent dagenlang pijpenstelen, je rijdt naar het zuiden en moet duizend kilometer twee peuters op de achterbank entertainen… In zulke situaties komt wat spelinspiratie heel goed van pas en die geef ik in mijn boek.’
LEES OOK > Wanneer is je kleuter klaar voor de bioscoop?
Spelinspiratie vinden ouders ook op jouw blog?
Karolien: ‘Inderdaad! Jonge kinderen willen graag de hele dag door geëntertaind worden. En dat is best vermoeiend. Daarom geef ik op mijn blog Kleine Boefjes leuke, pasklare inspiratie om je kroost zelfstandig te laten spelen zonder dat je daarvoor een hele speelgoedwinkel nodig hebt.
De truc is om hen op weg te zetten door ideeën en spelletjes aan te reiken zodat je daarna zelf ook iets kunt doen. Bij ons in Asse heb ik samen met de gemeente Kleine Boefjes-speelboxen gemaakt voor de speelstraten. Daarin zitten verschillende themakoffers met spelfiches en materiaal.
Er is bijvoorbeeld een koffer ‘verkeer’ met daarin boetes die kindjes kunnen uitdelen of een keukenbox met bestelbonnen zodat de mini-obers de bestelling kunnen opnemen, enzovoort. Heel effectief om de buurtkinderen urenlang bezig te houden. Alle spel- en opdrachtenfiches kunnen ouders trouwens gratis downloaden op de website.’
Is dit boek voor iedereen toegankelijk?
Karolien: ‘Absoluut! Het is zeker geen zware lectuur. Het is een boek dat je gerust tussendoor aan het zwembad kunt lezen. Ik wil ouders van peuters en kleuters een vangnet bieden. Als je een baby’tje hebt dan vraagt iedereen, soms tot vervelens toe, hoe het gaat en krijg je 1001 tips en tricks voor ieder kwaaltje.
Maar als je een peuter of kleuter hebt, stopt dat vaak en bots je sneller op vooroordelen. Als je kleuter weent of een woedeaanval krijgt, dan denken mensen snel dat je je kind niet in de hand hebt. Maar eigenlijk zouden ze ook dan beter tips en advies geven. Die reik ik ouders aan in mijn boek.’
Spelinspiratie nodig?
Kleine Boefjes is een bibliotheek vol leuke, pasklare spelinspiratie voor peuters en kleuters. Grote troef: het zijn allemaal spelletjes waar je niet veel materiaal voor nodig hebt. Ideaal om je kinderen in de auto, het vliegtuig of op restaurant zoet te houden.
Zit je zelf met vragen rond opvoeding, typische peuter- en kleuterfratsen? Dan kun je ze anoniem stellen via de website. Karolien beantwoordt ze graag.
Dit artikel verscheen in september 2020 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via Facebook, Twitter en Instagram.
Gepubliceerd op: 12/10/2020, laatste update op: 28/10/2020