‘Mijn dochtertje begint te kruipen en verkent dus nieuwsgierig alle hoeken van ons appartement. Voor mij voelt het nu alsof ik voor het eerst écht moet opvoeden. Ik moet haar constant in de gaten houden en wijzen op alles waar ze niet aan mag zitten. Het voelt aan alsof ik maar één zin meer ken en die staat constant op repeat: “Nee, mag niet!” Van ouder verander ik in opvoeder, en dat voelt wat gek. Hoe ga ik daarmee om?’ – INEKE

1 Geen paniek, opvoeden is al lang begonnen

Ilse De Block, directeur van De Opvoedingslijn: ‘Het kan inderdaad lijken alsof opvoeden nu pas echt begint, maar eigenlijk is het al veel langer bezig. Opvoeden begint gewoon bij de relatie met je kindje: elkaar leren kennen, het karakter van je kindje ontdekken en daarop inspelen. Ook dat hoort bij opvoeden.’

2 Laat je niet opjagen

‘Laat je niet gek maken door overzichtjes van wat je kind op een bepaalde leeftijd zou moeten kunnen. Laat je ook niet opjagen door de opmerkingen van andere ouders. Nee, prent in je hoofd dat elk kind een eigen tempo volgt. Ben je er echt niet gerust in? Leg je oor dan te luisteren bij de verpleegkundige van Kind en Gezin of je (kinder)arts.’

3 Kijk naar je kind

‘Stel, jij wil vooral consequent opvoeden, maar je partner heeft het graag wat losser en geeft sneller toe, dan ontstaan er onvermijdelijk spanningen. Over de grote lijnen, zoals de slaaproutine van je kindje, kunnen jullie het best eens worden, want dat is nogal belangrijk.

Zijn er discussiepunten? Kijk dan in de eerste plaats naar je kind. Wat heeft hij of zij nodig? Wanneer wordt je kindje moe of lastig? Wat gebeurt er als we hem of haar een halfuurtje later in bed leggen? Zo kunnen jullie hopelijk tot een goed compromis komen. Voor de rest kan een beetje variatie in opvoedstijl absoluut geen kwaad.’

LEES OOK > Wat als je als ouders elk een andere opvoedingsstijl hebt?

4 Knoop in je oren: het is een fase

‘Voor mij valt en staat opvoeden met vertrouwen hebben. Vertrouwen in jezelf als opvoeder, maar ook in je kind. Weet dat zaken die nu wat stroever lopen, ook gewoon voorbijgaan. Moeilijke etertjes, slechte slapertjes, dat zijn fases. Prent in je hoofd dat het uiteindelijk wel goed komt, zo straal je ook minder stress uit naar je kind.

Want, kinderen hebben fantastische voelsprieten. Voel jij je gespannen en doodop, dan pikken zij dat op. Wat niet wil zeggen dat je geen mindere dag mag hebben. Ben je doodop, dan is dat gewoon zo, je moet er dan heus niet vrolijk bijlopen voor de show.’

5 Voel je niet gefaald als je toch eens toegeeft

‘Als jonge ouder word je om de oren geslagen met het advies om consequent te zijn. Ja, dat is inderdaad belangrijk, want een kind leert dankzij herhaling en duidelijke regelmaat. Maar denk vooral niet dat je hebt gefaald als je toch een keertje toegeeft.

Als je het grootste deel van de tijd consequent bent, dan kan je kindje echt wel overweg met die andere, minder rechtlijnige momenten. Ik ben ervan overtuigd dat een kind veel meer heeft aan ouders die zichzelf zijn, dan aan ouders die consequent volhouden, maar daardoor zelf volledig gefrustreerd raken.’

LEES OOK > Perfecte ouders bestaan niet: een pleidooi voor mild opvoeden

6 Roep niet vanuit de keuken

‘Baby’s begrijpen de betekenis van het woord ‘nee’ meestal nog niet. Wat daarom bijzonder belangrijk is: hoe je het zegt. Roep niet vanuit de keuken, maar ga bij je kind, kijk het in de ogen en zeg duidelijk: “Nee!” Geloof er ook zelf in.

Je kunt zo’n nee alleen maar overtuigend brengen als je voor jezelf hebt uitgemaakt: “Je kunt dit nu nog tien keer doen, maar voor mij mag het niet.” Niet dat je kind er dan onmiddellijk en voor altijd mee stopt natuurlijk. Nee, want je baby is nu nog te jong om dat allemaal te onthouden. Na een halfuurtje is je kindje dus vergeten wat jij liever niet hebt.’

7 Leid je kind ook eens af

‘Hoe vaak je zegt dat het niet mag, je kindje kruipt telkens weer gefascineerd naar het stopcontact. En na vijf keer een strenge nee blijft die broodkorst door de lucht vliegen. Natuurlijk begint dat te vervelen. Weet vooral dat jouw kindje dat niet doet om jou te pesten.

Nee, op deze leeftijd zijn kinderen enorm gefascineerd door de gevolgen van wat ze doen. Vermijd een vervelende strijd, want dat levert uiteindelijk niets op. Heb je het écht gehad, leid je kindje dan af: “Oh kijk daar, een vogeltje op de vensterbank!” of “Waar is je beer nu?” Zo is dat fascinerende kabeltje of die vallende broodkorst meteen vergeten. Voor vijf minuutjes dan toch.’

8 Pick your battles

‘Wat is er beter? Je onderste kasten vergrendelen en zo die nieuwsgierige kinderhandjes geen kans geven of de hele tijd zeggen: “Nee, mag niet!” Dat is een persoonlijke keuze van ouders. Sommigen vinden dat hun kind moet leren om uit de kasten te blijven, anderen hebben het er snel mee gehad en willen graag wat rust: “Zo! Nu moet ik daar tenminste al niet meer op reageren!”

Dat je de gevaarlijke producten achter slot en grendel bewaart, lijkt me logisch, maar al de rest beslis je uiteindelijk zelf. Vuile handjes op het raam? De ene ouder ergert er zich blauw aan en blijft consequent nee zeggen, de andere houdt zijn of haar energie liever voor andere situaties. Doe in de eerste plaats wat jij zelf ziet zitten.’

LEES OOK > Vergiftiging bij kinderen: wat moet je doen als je kindje gevaarlijke producten binnenkrijgt?

9 Weet dat je niet alleen bent

‘Bij De Opvoedingslijn horen we elke dag ouders die doodop zijn. Onze boodschap: wordt het je te veel, durf dat dan gerust toegeven. Merk je dat je jouw geduld verliest en dat je over je grenzen gaat, dat je op het punt staat om te roepen of zelfs je kind hardhandig vast te nemen, probeer die opgebouwde spanning dan meteen op een andere manier te ventileren. Je kind hardhandig aanpakken moet je absoluut vermijden.

Pas op, het is goed te begrijpen dat je je geduld af en toe verliest. Je slaapt amper, je hebt stress op je werk, zoveel aan je hoofd… en dan nog eens een baby die al je energie vraagt. Iedereen heeft wel eens een moment dat de emmer overloopt. Voel je dat het zodanig hoog zit dat je bijna barst, zoek dan hulp. Een goed gesprek kan op zo’n moment al veel verhelpen.’

10 Durf hulp te vragen

‘Een kindje grootbrengen is lastig. Het is niet altijd rozengeur en maneschijn. Denk dus niet dat je ’t de hele tijd alleen moet klaarspelen. Ga in je omgeving op zoek naar fijne mensen aan wie je je verhaal kwijt kunt. Familie, vrienden of buren die je af en toe kunnen ondersteunen op momenten dat jij dat nodig hebt.

Ben je een slechte ouder als je het niet alleen aankunt? Totaal niet! We zouden allemaal wat sneller hulp moeten durven vragen. Maar ik begrijp dat het niet zo simpel is. Ouders voelen zich gefaald als ze iemand inschakelen, terwijl die schaamte nergens voor nodig is.’

Hulp nodig?

Neem contact op met De Opvoedingslijn via 078 15 00 10 of opvoedingslijn@groeimee.be. De Kind en Gezin-Lijn is bereikbaar via 078 15 01 00. Voor minder dringende vragen kun je ook een bericht sturen via het contactformulier op kindengezin.be.

Dit artikel is eerder verschenen in Brieven aan Jonge Ouders, het gratis tijdschrift voor alle ouders dat je automatisch in de bus krijgt. Daarnaast hebben we ook een maandelijkse nieuwsbrief voor kersverse ouders die perfect de leeftijd van je kindje volgt. Schrijf je hier snel in!

 

Gepubliceerd op: 21/11/2022, laatste update op: 15/02/2023