Tuly Salumu en Klaas Vandromme wonen met hun kinderen August (7) en Billie (5) in Wondelgem. Klaas geeft les in een middelbare school in Gent en is videograaf, Tuly schrijft voor verschillende media. In hun relatie en bij de geboorte van de kinderen, kwamen bij Tuly trauma’s uit haar vroege kinderjaren naar boven. Die wil ze vooral niet doorgeven, maar haar Congolese roots wél: ‘Je wortels kennen is een verrijking.’

Uiteenlopende opvoedstijlen

De kinderen zijn thuis als ik bij het gezin langsga. Billie mag naar een filmpje kijken zodat we ongestoord kunnen praten, maar vindt niet wat ze zoekt op de tablet. ‘Kies een ander’, proberen Klaas en Tuly, als ze naar dat ene onvindbare blijft vragen. Met een stampvoetende ‘Neen!’ houdt de kleuter voet bij stuk.

De rest van het interview houden zij en haar broer zich in stilte bezig. Opmerkelijk voor zo’n jonge kinderen. ‘We krijgen vaak te horen dat we beleefde en brave kinderen hebben’, zegt Tuly. Klaas steekt die pluim graag op zijn hoed, maar Tuly protesteert. De uiteenlopende opvoedstijlen blijken een punt van discussie. ‘Ik wil vooral dat August en Billie zich goed en gezien voelen’, zegt Tuly. ‘Zelf was ik vaak ongelukkig als kind, en daar wil ik hen absoluut voor behoeden.’ − ‘Maar ik vind een warme thuis even belangrijk’, werpt Klaas op. ‘Ik knuffel de kinderen veel en zeg hen dat ik ze graag zie, maar dat sluit niet uit dat ze zich aan enkele regels moeten houden. Ik wil niet dat ze vervelende en verwende ettertjes worden.’ Tuly is niet overtuigd. ‘Ik probeer het liever op een zachte manier, maar dat vindt Klaas toegeven.’

‘Wat Tuly mild ouderschap noemt, is voor mij lui ouderschap’, zegt Klaas. ‘Het is vaak makkelijker om hen hun zin te geven, maar een “neen” krijgen is ook een leerproces.’ − ‘Ik kan er niet tegen als mijn kinderen wenen, en dat misbruiken ze misschien wel eens’, zucht Tuly. ‘Ach eigenlijk loopt het best goed als ouderlijk team’, meent Klaas. ‘Dat er verschillende klemtonen zijn, lijkt me normaal. Er komen twee karakters en thuisculturen samen, en die moet je proberen te verzoenen. Je krijgt ermee te maken als je een relatie begint, en kinderen maken de uitdaging nog groter.’

LEES OOK > Opvoeden zonder straffen en belonen: 5 visies

Verpulverde dromen

Klaas groeide op in Poperinge met een broer en een zus, schetst hij zijn gezin van herkomst. ‘Mijn vader had een open geest. Hij gaf iedereen het voordeel van de twijfel, en dacht kritisch na: niet veralgemenen, niet napraten wat iedereen zegt. Mijn moeder was gevoeliger voor “wat zouden de mensen denken”. Ze kwam uit een groot, hardwerkend, warm landbouwersgezin in de Westhoek.’

Tuly werd geboren uit een Congolese vader en een Vlaamse moeder. ‘Mijn vader was gefrustreerd door zijn migratie-ervaringen. Zijn vader was een gerespecteerd man in Congo, een évolué (een geëuropeaniseerde Congolees die kon opklimmen in het koloniaal systeem, red.). Hij is vroeg gestorven en had mijn vader op het hart gedrukt naar België te komen. Mijn vader kwam met grote dromen. De werkelijkheid verpulverde die. Zijn teleurstelling en woede deden hem naar alcohol grijpen en hij sloeg mijn moeder.

‘De impact van de vroege kinderjaren wordt onderschat.’ – Tuly Salumu

Toen ik zeven was, is ze bij hem weggegaan. Ik ben samen met mijn jongere broer opgegroeid bij haar en mijn plusvader in Sint-Niklaas. Een liefdevol en stabiel gezin. Mijn papa zag ik nog, maar hij heeft ons niet opgevoed.

Waar ik normaal de vriendelijkheid zelve ben, dreef ik − toen ik een relatie begon met Klaas − altijd de ruzies ten top. Een psycholoog deed me inzien dat ik het geweld dat ik kende uit mijn kindertijd voortzette. Ik was ook heel wantrouwig over hoe Klaas met de kinderen omging. Hij is een fantastische en liefdevolle papa, maar ik zag overal kiemen van geweld. Een depressie verplichtte me om met mijn trauma’s aan de slag te gaan. We zijn nu al enkele jaren het stabielste koppel dat je je kan voorstellen. Het is raar om aan die moeilijke periode terug te denken. De impact van de vroege kinderjaren wordt onderschat.’

Uitgesproken racisme

Schrijfster Tuly Salumu en haar man Klaas over hun uiteenlopende opvoedstijlen: ‘Ik was vaak ongelukkig als kind, daar wil ik hen voor behoeden’‘Op de lagere en middelbare school was ik het enige bruine kind in de klas’, vertelt Tuly. ‘Ik hoorde er nooit echt bij. Ik vervloekte mijn kroeshaar en droomde van een lichte huid. En ik zag ook hoe mijn vader behandeld werd. Zoals die keer dat we in een wachtrij stonden voor een ijsje en iemand hem opzij duwde met de opmerking “aap”… Zo uitgesproken was het racisme tegenover mij niet. Maar er was wel het verjaardagsfeestje waar ik niet welkom was omdat de mama geen bruine kindjes wilde.

En later, toen ik leerkracht was, sloeg een collega in het bijzijn van leerlingen lachend op mijn achterwerk met de opmerking: “Een Afrikaans poepke, daar hou ik wel van!” Ik probeerde te zijn zoals mijn omgeving en leefde en dacht als een Vlaming. Toen we ons eerste kindje verwachtten, heb ik geen Afrikaanse naam geopperd.’ ‘Mijn opa stierf kort voor de geboorte. Ik was blij dat Tuly voorstelde onze August naar hem te noemen. Een mooi eerbetoon’, vindt Klaas.

‘August is wit en blond’, gaat Tuly verder. ‘Toen hij geboren werd, smolt ik meteen van liefde voor hem, maar het knaagde wel dat er niks van de Congolese lijn in hem leek te zitten. Op een dag kwam hij thuis van de kleuterschool en zei: “Ik vind witte kindjes mooier en braver dan bruine.” Terwijl zijn mama en zus bruin zijn, dat kwam binnen. We weten niet waar het vandaan komt en willen het niet groter maken dan het is. Maar het wakkerde bij mij wel het verlangen aan naar een band met de Congolese cultuur. Ik begon me te verdiepen in die tak van mijn geschiedenis. Je kan niet doorgeven wat je zelf niet kent. Ik hoop ooit samen met de kinderen Lingala te leren, met hen naar Congo te gaan en het graf van mijn grootvader te bezoeken.’

LEES OOK > Hoe praat je met je kleuter over huidskleur en racisme?

Tafelmomenten

Wat vinden Klaas en Tuly nog belangrijk in de opvoeding? ‘Ik hoop dat ze altijd alles tegen ons zullen kunnen vertellen’, steekt Klaas van wal. ‘Ook als ze puber worden. De hele avond op hun kamer en dan na lang aandringen zwijgend en met een verveeld gezicht aan tafel komen zitten, daar mag ik niet aan denken. Zelf heb ik de tafelmomenten met het gezin thuis altijd gekoesterd. Misschien zal de toegeeflijke stijl van Tuly een voordeel zijn en zullen ze aan haar meer vertellen omdat ze bij mij misschien een preek verwachten.’

‘Ik hoop dat August en Billie altijd alles tegen ons zullen kunnen vertellen. Ook als ze puber worden.’ – Klaas

‘Door mijn ervaringen kijk ik met mededogen naar mensen’, vult Tuly aan. ‘Ik hoop dat de kinderen dat ook zullen doen. Ik weet hoezeer gedrag bepaald wordt door wat iemand heeft meegemaakt. Hopelijk worden het empathische volwassenen, die niet bijdragen tot polarisering en openstaan voor andere meningen en culturen. Het maakt het leven veel rijker.’

Herwonnen vrijheid

Het koppel hoopt dat ze de weg en het tempo van hun kinderen zullen kunnen respecteren. Tuly ondervindt nu al dat dat niet altijd simpel zal zijn: ‘August heeft concentratieproblemen op school. Hij kan veel, maar werkt traag. Dan is de eerste gedachte: hoe kunnen we dat oplossen? Is er medicatie nodig? Maar moeten we het hem niet gewoon gunnen om wat trager te zijn? Dat heeft toch ook waarde? Zonder stil te vallen en uit de ratrace te stappen, had ik niet naar de pijn uit het verleden kunnen kijken.’

‘Ik wil het allemaal wat langzamer. Klaas heeft in het onderwijs goeie uren en ik werk niet voltijds. Dat maakt de combinatie werk-gezin makkelijker. Al blijft het zoeken. Mijn ouders werkten keihard om ons alle kansen te geven, maar ik miste mijn mama wel. Ik wil emotioneel nabij zijn voor de kinderen, maar ik heb ook ambities naast mama-zijn. Ik wil schrijven. Mijn ouders vangen elke woensdagnamiddag de kinderen op, en ze nemen ze nu en dan mee op vakantie. Ook bij de ouders van Klaas gaan de kinderen regelmatig logeren. We zijn heel dankbaar voor dat ondersteunende netwerk. Het helpt ook dat ik gemakkelijk kan loslaten. Als ik een avondje weg ben, stuur ik niet de hele tijd berichtjes om te vragen hoe het met de kinderen gaat.

Door meer freelance te werken, heb ik mijn vrijheid herwonnen. Dat wil ik ook meegeven aan de kinderen: als je je niet goed voelt in een job hoef je niet te blijven. In het onderwijs ligt dat moeilijker. Ik had mijn hele schooltijd het gevoel gevangen te zitten in een systeem dat mij niet paste. Mijn verzet tegen regels thuis heeft daar ook mee te maken. Er moet al zoveel in de samenleving, dan niet ook nog eens thuis.’

LEES OOK > Een goede combinatie gezin en werk: nog heel wat uitdagingen

Meer lezen?

Van Tuly Salumu verscheen de roman ‘Bintje’ (Borgerhoff & Lamberigts, 2023). Het verhaal is grotendeels gebaseerd op haar eigen kindertijd.

Foto’s: Kristof Ghyselinck

Dit artikel verscheen in maart 2024 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via FacebookTwitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 20/03/2024, laatste update op: 21/03/2024