Straffen en belonen, voor veel ouders lijkt het gewoon bij de opvoeding van een kind te horen. Op zich is dat niet zo vreemd. In onze eigen kindertijd waren er wel vaker momenten waarop mama, papa, de juf of meester ons met een straf of beloning tot een ander gedrag probeerde aan te sporen. Maar hoe kan het anders?

‘In de opvoeding gaat veel aandacht naar gedragscontrole’, zegt psychotherapeut Jürgen Peeters, auteur van Kinderen zijn geen puppy’s.

‘Zeker wanneer je zelf moe bent of een lange dag hebt gehad, probeer je als ouder krampachtig die controle vast te houden. De verleiding is dan groot om te straffen en belonen, terwijl daar onmacht uit spreekt. Meestal zijn er alternatieven en kan een straf of beloning perfect vermeden worden.’

Een belangrijk principe bij aware parenting is dat je de oorzaak van gedrag erkent. Volgens de Zwitsers-Amerikaanse psychologe Aletha Solter, grondlegger van aware parenting, zijn er drie belangrijke oorzaken van probleemgedrag:

  • een onvervulde behoefte
  • tekort aan informatie
  • overstuur/overprikkeld

Door de oorzaak achter het gedrag te zien en benoemen, kan je beter bijsturen.

LEES OOK > Broken cookie-fenomeen: ‘De aanleiding maar niet de reden van een driftbui van je kind’

Zonder straffen = zonder grenzen?

En dat bijsturen is nodig, want opvoeden zonder straffen en belonen betekent niet dat je kind mag doen wat het wil of dat er geen grenzen zijn.

‘Natuurlijk heeft een kind grenzen nodig. Ik doe ook trainingen in de jeugdzorg en de kinderopvang, en daar zie ik net iets te veel kinderen die te weinig begrensd werden. Met alle gevolgen van dien. Ingrijpen op gedrag is zeker nodig als je kind dingen kapot maakt of anderen pijn doet’, zegt Peeters.

Het verschil met straffen is de manier waarop je de grenzen stelt.

Wat kan en wat niet

‘”Liefdevol begrenzen” betekent dat je zonder te gaan manipuleren duidelijk zegt wat wel en niet kan, én daar consequent in bent. Alleen als een kind weet waar de grens ligt, leert het omgaan met zijn emoties en frustraties. Vanuit de relatie met een volwassen autoriteit – iemand die weet wat hij of zij wil en blijft staan – bouwt een kind zo aan zijn karakter en persoonlijkheid’, legt Peeters uit.

Om zo’n richtinggevende autoriteit voor je kinderen te kunnen zijn, moet je als volwassene ook zelf in evenwicht zijn. ‘Daarom zijn momenten van zelfzorg, bijvoorbeeld door ontspanning, lichaamsbeweging of meditatie, ook voor ouders heel belangrijk.’

Een uur gaan lopen of een dagje ontspannen is altijd welkom, maar niet altijd mogelijk. Bijvoorbeeld in volle avondspits, met twee huilende kinderen en het eten dat er nog altijd niet is. Hoe voorkom je dan dat je boos wordt, en je kind toch heel dwingend regels probeert op te leggen?

Jürgen Peeters: ‘Als je merkt dat bij een conflict met je kind de emoties de overhand krijgen, is het zinvol mijn AAK-methode toe te passen: afstand nemen, ademen en kijken naar de situatie. Als je boos bent, verlies je immers de verbinding met je kind. Door afstand te nemen, de tijd te nemen om te ademen en oorzaken te ontdekken, kan je alternatieven zoeken voor je controlerende houding.’

LEES OOK > Opvoeden zonder straffen en belonen: 5 visies

Het innerlijke kompas

Volgens Peeters dient opvoeding om kinderen te leren varen op hun innerlijke kompas, waardoor ze opgroeien tot volwassenen die zichzelf sturen. ‘Een goede relatie met het kind staat centraal, zonder vriendjes te worden.’

Dit is een bewerking van een artikel dat in oktober 2018 verscheen in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via FacebookTwitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 25/10/2018, laatste update op: 18/07/2022