Mondt haast elke etenstijd bij jullie uit in een eten-strijd? Op deze leeftijd valt dat nu eenmaal te verwachten. Veel kindjes belanden tussen hun achttiende maand en tweede verjaardag in een fase van voedselneofobie. Jawel, ze zijn dan bang van nieuwe voedingsmiddelen. Zelfs als je peuter voordien een vlotte eter was, is de kans dus groot dat er nu wel eens een bord door de keuken vliegt. Diëtist Vicky De Beule legt uit hoe je de strijd aan tafel overwint.

Krijgen alle kinderen te maken met die angst voor nieuwe voedingsmiddelen?

Vicky De Beule: ‘Ja, in mindere of meerdere mate. Het is dus niet de vraag of je peuter het op een bepaald moment moeilijk zal krijgen met eten, maar wanneer. Het goede nieuws is dat die angst tijdelijk is, als je het juist aanpakt. Eraan toegeven en je kind alleen geven wat het wil, is niet zo’n goed idee, omdat je dan riskeert dat het in deze fase blijft steken. Bovendien leert je kind zo niet om nieuwe dingen te proberen in het leven. Fietsen lukt toch ook niet vanaf dag één?’

Waarom willen peuters ineens niets nieuws meer proeven?

Vicky: ‘Kinderen gaan in deze ontwikkelingsfase volop alleen op ontdekking. Het is dus een soort aangeboren bescherming, om te voorkomen dat ze dingen zouden eten die schadelijk zijn. Van daaruit hebben we allemaal van bij de geboorte een voorkeur voor zoet en zout en een afkeer van zuur en bitter, net omdat zulke dingen in de natuur vaak bedorven of giftig zijn.

Daarbij komt dat peuters op deze leeftijd een eigen willetje ontwikkelen. Niet alleen aan tafel. Een kind wil per se de rode broek aandoen, niét de gele. Daar maakt niemand een groot probleem van. Maar als je peuter de aardappelen wil opeten en niét de groenten, ga je daar uiteraard op in. Met de beste bedoelingen, want je wil dat je kind genoeg, gezond en gevarieerd eet.’

Hoe kan je best reageren in zo’n situatie?

Vicky: ‘Vanuit hun bezorgdheid worden heel wat ouders boos. Ze dwingen hun kind om dat bord leeg te eten of verleiden het met beloningen. Zulke strategieën werken echter niet, of alleen op korte termijn. Op het vlak van voeding bereik je veel meer als je niets forceert. Sterker nog, forceren werkt averechts. Je riskeert om heel veel druk op dat tafelgebeuren te leggen, inclusief spanningen en negatieve associaties. Je raakt op die manier nog verder van je doel verwijderd.’

LEES OOK > Mijn peuter wil niet eten: hoe ga ik daarmee om?

Een buffet

Het is dus belangrijk om het positief te houden aan tafel?

Vicky: ‘Inderdaad. Dat kun je doen door te focussen op autonomie (A), verbondenheid (B) en competentie (C). Dat zijn de drie essentiële psychologische basisbehoeften van elke mens. In een voedingscontext noem ik ze ‘ABC-vitaminen’.

Stop de strijd aan tafel
Vicky De Beule is diëtist en auteur van ‘Ik lust dat niet. Aan tafel met een moeilijke eter’

Autonomie betekent dat je je kind in de mate van het mogelijke zelf laat eten. Veel ouders hebben de neiging om lang te voeden met een lepel, maar als peuters zelf met een vorkje of met hun handjes eten, hebben ze er meer plezier in. Niet onbelangrijk: kinderen voelen zelf feilloos aan wanneer ze genoeg hebben gegeten. Was het lekker en overeten ze zich, dan zullen ze de keer erna minder eten, en omgekeerd.

Maak je daar dus niet druk om en verplicht je kind niet om z’n bord leeg te maken. Laat het indien mogelijk ook zelf opscheppen. Zo wordt de autonomie nog meer geprikkeld. Schep je toch zelf op, ga dan altijd voor een klein lepeltje van alles. Is het op en vraagt je kind meer, schep je nog een lepeltje bij. Dat voelt voor iedereen aangenamer dan een vol bord te moeten wegdoen.’

Geef je ook autonomie over wat er gegeten wordt? Want dan eet een kind waarschijnlijk vaak hetzelfde …

Vicky: ‘Ik raad ouders aan om een buffet te creëren. Zo kunnen peuters zelf de keuze maken, maar wel uit de opties die jij aanreikt als ouder. Daarbij kun je iets wat ze al kennen naast iets nieuws plaatsen. Zo raken kinderen ermee vertrouwd, eventueel nog zonder te proeven. Klinkt als een berg werk? Nee hoor, je zet gewoon op tafel wat je al wou klaarmaken, maar dan uitgestald in buffetvorm, en voegt er bijvoorbeeld een mandje met brood en een kommetje gesneden komkommer of tomaatjes aan toe.’

LEES OOK > Slapeloze nachten bij peuters: hoe ga je daarmee om?

Eetritueel

Je had het ook over het belang van verbondenheid. Hoe zorg je daarvoor?

Vicky: ‘Begraaf de strijdbijl en maak van het eetmoment een gezellig samenzijn. Uiteindelijk is samen aan tafel zitten belangrijker dan wat er gegeten wordt. En zorg voor een fijne interactie. Met je kind, maar ook met elkaar. Je peuter hoeft niet altijd in het middelpunt van de belangstelling te staan, zo lang hij of zij maar deel uitmaakt van de beleving.

Het helpt ook om voorspelbaarheid te creëren rond het eetmoment. Haast elk gezin heeft een slaapritueel, maar geen eetritueel. Waarom kiezen jullie geen liedje dat je altijd opzet wanneer je aan tafel gaat? Zo wordt het eetmoment duidelijk aangekondigd en weet je kind waar het aan toe is.’

De strijdbijl begraven is niet evident als je peuter regelmatig z’n bord door de kamer gooit.

Vicky: ‘Zeker niet! Dat is heel vervelend gedrag dat moet begrensd worden. Maar het heeft geen zin om boos te worden of simpelweg te zeggen: “Dat mag niet!” Ook hier geldt dat voorspelbaarheid belangrijk is. Als er met eten wordt gegooid, is dat uit onmacht.

Zorg dus dat je kind een alternatief kent: dit kan ik wél doen als ik niet wil proeven. Je kan bijvoorbeeld voorstellen: “Lik er eens aan of neem een hapje en spuug het rustig weer uit in dat kommetje.” Op die manier is er toch een uitweg als doorslikken nog niet lukt.’

En wat tot slot met die derde belangrijke focus: competentie?

Vicky: ‘Competentie betekent vertrouwen hebben in je kind en niet opgeven. Ja, het is vervelend als er weer weinig groenten zijn gegeten. Maar denk niet: “het lukt niet”, wel “het lukt nog niet”.

Kinderen hebben heel gevoelige voelsprieten voor frustratie. Ze voelen het haarfijn aan als je ontevreden, wanhopig of gefrustreerd bent. Dat is sowieso geen fijn gevoel voor je kind. Het is ook belangrijk om in het achterhoofd te houden dat je kind niet moeilijk doet om je te pesten. Het is geen kwestie van niet wíllen, maar van niet kúnnen. Die angst neemt het over. Met begrip, tijd en voldoende pogingen, is er zeker beterschap in zicht.’

Tips om de strijd aan tafel te overwinnen

  • Bepaal als ouder wat, waar en wanneer er wordt gegeten. Je kind bepaalt of en hoeveel het eet.
  • Proeven gebeurt stapsgewijs. Een groente voor het eerst aanraken is al super. Ermee spelen, eraan ruiken of likken ook. Hetzelfde geldt voor het in de mond nemen en uitspuwen. Soms moeten al die stappen worden doorlopen voor het lukt om iets op te eten.
  • Laat kinderen ook helpen in de keuken. Terwijl ze volop genieten van een activiteit met jou samen, worden ze spelenderwijs blootgesteld aan nieuwe voedingsmiddelen en verhoog je zo de kans op proeven.
  • Geef het goede voorbeeld: eet ook zelf van de dingen waarvan je zou willen dat je kind ze leert proeven. Of laat dingen die minder gezond zijn, zoals frisdrank.
  • Maak eten leuk. Laat je peuter een leuk bord of bestek uitkiezen in de winkel, of organiseer eens een picknick in de living of gooi een tafellaken over de eettafel en kruip ‘in de tent’ onder tafel voor een tussendoortje.

Vicky De Beule is diëtist en auteur van ‘Ik lust dat niet. Aan tafel met een moeilijke eter’ (Pelckmans). Volg Vicky voor meer tips op haar Instagram Positiefvoeden.

Dit artikel is eerder verschenen in Brieven aan Jonge Ouders, het gratis tijdschrift voor alle ouders dat je automatisch in de bus krijgt. Daarnaast hebben we ook een maandelijkse nieuwsbrief voor kersverse ouders die perfect de leeftijd van je kindje volgt. Schrijf je hier snel in!

Gepubliceerd op: 19/12/2022, laatste update op: 17/08/2023