Een kleine portie stress kun je nooit vermijden, het houdt een mens ook wat alert. Maar stress die te vaak en te nadrukkelijk aanwezig is, kan na een tijd omslaan in angst. Angst om iets fout te doen en om te mislukken. Faalangst dus. Ongeveer 1 op 10 tieners heeft er last van.

Factoren die bijdragen tot onzekerheid en faalangst zijn: voortdurend moeten presteren, afgestraft worden voor elke fout, piekeren en zich zorgen maken, ouders die té hard pushen naar een universitair of een perfectionistische ingesteldheid.

> Zo herken je symptomen van faalangst

CLB-coördinator Nancy Dorme omschrijft de gedachtegang van kinderen met faalangst als volgt: ‘Hebben ze slechte punten? Dan is dat hun eigen schuld: ze zijn te dom of ze hebben niet genoeg gestudeerd. Goede punten? Dat is toevallig! Of de vragen waren te makkelijk. Op die manier leggen ze zichzelf ontzettend veel druk op.’

Positieve faalangst

Faalangst uit zich op verschillende manieren. Sommigen beginnen heel hard te blokken en moeten alles vier, vijf keer herhalen voor ze in bed kruipen. Dat wordt ook wel positieve of actieve faalangst genoemd: door de angst om te falen, werken ze extra hard.

Deze vorm van faalangst is vaak moeilijk te spotten: goede punten, alles onder controle, hard werken… op zich zijn dat allemaal vaardigheden die je als ouder wil aanmoedigen. Het wordt problematisch als er geen tijd meer overblijft voor iets anders, als enkel het beste goed genoeg is, als het steeds meer, beter, hoger, sneller moet. Zo krijgt het werken iets dwangmatigs, een proces waaruit je tieners niet meer kunnen ontsnappen. Het voelt voor hen alsof ze geen keuze meer hebben.

Negatieve faalangst

Anderen haken af en weigeren te studeren: ‘Als ik dan slechte punten haal, is het niet omdat ik te dom ben, maar omdat ik niet gestudeerd heb.’ Dit wordt negatieve of passieve faalangst genoemd. Deze tieners hebben moeite om hun eigen kunnen goed in te schatten en komen vaak in een negatieve spiraal terecht. Ze geven het werken op ‘omdat het toch niet loont’. Voor hun ouders lijkt het alsof ze niet slagen omdat ze simpelweg niet werken.

Niet wegwuiven

Volgens kinder- en jeugdpsychiater Lieve Swinnen mag je de angst van kinderen met faalangst niet zomaar wegwuiven: ‘Hen sussen met: ‘Kom, kom, jij kunt dat wel!’ haalt niets uit. Vergelijk het met iemand die bang is voor een spin. Je kunt duizend keer zeggen dat die spin niet gevaarlijk is, de angst blijft.’

Slachtoffer van hun gedachten

Lieve Swinnen: ‘Het komt eropaan dat je die jongeren leert omgaan met hun angst. Ze zijn eigenlijk het slachtoffer van hun gedachten, en dat hoeft echt niet. Je kunt hen leren om de dingen op een andere manier te bekijken en zichzelf andere gedachten bij te brengen. Zoals bijvoorbeeld bij een examen van wiskunde: ‘Jij zegt dat je er niets van kent. Maar bekijk het nu eens rustig, klopt die gedachte wel? Welke hoofdstukken heb je goed gestudeerd en hoeveel oefeningen heb je gemaakt? Kun je dan niet beter zeggen dat de kans groot is dat je zult slagen?’

Ga ook samen op zoek naar andere oorzaken voor goede punten: ‘Het was geen toeval, je hebt er hard voor gewerkt!’

Hou er wel rekening mee dat dit niet in één, twee, drie zal lukken, het vraagt tijd en geduld om een manier van denken te veranderen.

Wat kan jij doen?

Zorgen voor rust

Kan je kind niet stoppen met streven naar meer en beter? Las af en toe pauzes in en let erop dat ze regelmatig en genoeg eten en slapen. Ga samen wandelen, ook als ze nog ‘moeten’ studeren.

Leren falen

Falen mag, het móet zelfs. Alleen door te mislukken, kan je leren en beter worden. Neem dus niet constant alle hindernissen weg voor je tieners, maar laat ze af en toe eens botsen. Daar worden ze sterkere mensen van. Geef dan ook de boodschap dat het oké is om te proberen en te falen.

Laten doen

Geef je tieners verantwoordelijkheid en laat ze zelf -stap voor stap- wat meer hun eigen boontjes doppen. Bijt op je tanden als het niet meteen lukt. Laat hen even zoeken en zuchten. Samen met een dosis verantwoordelijkheid geef je zo namelijk het signaal dat je hen vertrouwt. En als ze die lastige klus geklaard hebben, zorgt dat qua zelfvertrouwen voor een mega grote boost.

Focussen op vooruitgang

Goed presteren is één ding, maar ook wie zich hard inzet, mag waardering krijgen. Vooruitgang boeken na hard werken verdient misschien wel meer aandacht dan goede punten die moeiteloos behaald werden. Door minder te focussen op het resultaat maar wél op de manier waarop je tiener iets bereikt, wordt ook de druk van de ketel gehaald.

Hulp zoeken

Faalangst verdwijnt niet zomaar en kan later ook gevolgen hebben: bij mondelinge examens of op sollicitatiegesprekken bijvoorbeeld. Tieners zullen in situaties terechtkomen waar de druk nóg groter is, daarom is het belangrijk dat ze er nu al leren mee omgaan. Klop gerust aan bij je huisarts, hij of zij kan je vast op weg helpen en eventueel doorverwijzen naar een therapeut of naar een centrum voor geestelijke gezondheidszorg. Bij problemen die te maken hebben met school, is het een goed idee om contact op te nemen met het CLB.

> Oorzaken van stress op school

Gepubliceerd op: 22/08/2019, laatste update op: 26/05/2023