Piet Roelens geeft les in Onze Jeugd, een school voor buitengewoon onderwijs in Roeselare. ‘Het zou mooi zijn mocht iedereen aanvaard worden zoals hij of zij is’, zegt hij. De realiteit is jammer genoeg vaak minder mooi voor wie ‘anders’ is. In Onze Jeugd leren jongeren met autisme en jongeren met gedragsmoeilijkheden een vak en worden ze begeleid om hun plek te vinden in het leven. ‘Onze job als leerkracht houdt hier meer in dan lesgeven’, zegt Piet. ‘Maar ik zou niets anders willen doen.’

In Onze Jeugd worden jongeren opgeleid tot lasser, metser, houtbewerker, schilder of dierenverzorger. Ze zijn normaal begaafd, maar hebben aangepaste begeleiding nodig.

‘Als ze op hun twaalfde bij ons aankomen zijn ze vaak heel onzeker en angstig’, zegt Piet. ‘De jongeren met autisme krijgen de eerste twee jaar apart les. Afgeschermd van prikkels, in een klein groepje.

Daarna zitten jongeren met autisme en jongeren met gedragsproblemen samen. Omdat ze weten hoe moeilijk het is als je niet bent zoals anderen, hebben ze begrip voor elkaar.

Tegen het moment dat ze hier weggaan zijn de meesten echt opengebloeid. Ze kennen hun vak en hebben meer zelfvertrouwen. Daartoe kunnen bijdragen als leerkracht geeft veel voldoening.

Deze jongeren kun je niet het leven insturen en het hen zelf laten uitzoeken. Bij jongeren met autisme moet elke nieuwe stap goed voorbereid en begeleid worden. En jongeren met gedragsproblemen moeten leren om zichzelf in de hand te houden.’

LEES OOK > Heeft mijn kind ADHD?: ‘We helpen kinderen en ouders omgaan met gedragingen, zonder label ADHD’

Talenten versterken

‘Als leerkracht zijn we naast lesgever ook klankbord, steun en toeverlaat’, zegt Piet. ‘Ik geef algemene vakken, we praten in de les veel over de problemen waarop ze botsen en soms haal ik tijdens praktijklessen iemand van wie ik weet dat hij het moeilijk heeft, uit de klas om wat te praten.

Alleen al een luisterend oor, advies in kleine dingen en aanmoediging kunnen een verschil maken. Dat sommige jongeren ook nadat ze de schoolbanken hebben verlaten, contact houden, bewijst dat je echt iets voor hen betekent.

‘Als je verder kijkt dan hun autisme of gedragsproblemen, zie je gewone jongeren die gelukkig willen zijn’

We benadrukken dat zij ook kwaliteiten hebben, dat iedereen anders is en wel iets heeft wat hij minder kan. Zij weten uit ervaring dat ze door de omgeving in een apart vakje worden gezet, dat hun beperking als raar of niet normaal en als minder wordt beschouwd.

Maar door jarenlang, dag na dag te focussen op wat ze wel goed kunnen en dat te versterken, leren ze die sterktes gebruiken in hun voordeel.

Heel wat jongeren met autisme kunnen bijvoorbeeld goed structuur brengen. Dat is best wel een kwaliteit als je je werk moet organiseren. Ze gaan zich zekerder voelen en dan kan je ook beetje bij beetje oefenen op hun zwakke kanten.’

Trots op onze leerlingen

Piet Roelens geeft les in het buitengewoon onderwijs: 'Jammer dat de samenleving zo hard is voor wie anders is'‘Als jongeren met autisme op stage gaan, hebben we het uitgebreid over wat ze kunnen verwachten en we rijden vooraf samen de weg ernaartoe.

Een sollicitatiebrief schrijven doen we samen en ook een gesprek in een interimkantoor wordt voorbereid. Naarmate ze zien dat het lukt, groeit hun zelfvertrouwen. En als het al eens misgaat, zijn wij er om hen op te vangen en het vertrouwen te herstellen.

We kiezen de stageplaatsen met zorg, maar het is niettemin al gebeurd dat met een jongen – die zijn vak nochtans heel goed kende – de draak werd gestoken door collega’s op de werf. Zo pijnlijk. Hij werd daarna meegestuurd met een ploeg die al eerder met gasten van bij ons had gewerkt en dat liep perfect.

Het is jammer dat de samenleving hard is voor wie anders is. Wat meer openheid en begrip zou het zoveel makkelijker maken.

Aan de houding van andere mensen kunnen we weinig veranderen, dus proberen we onze jongeren te leren hoe ze minder risico lopen om uitgelachen te worden en maken we hen weerbaar.

Wij kunnen wel zeggen – en we menen het ook – “je hebt talenten”, maar als de omgeving je afrekent op je anders-zijn ben je daar niet veel mee.

Op hun achttiende trekken heel wat van onze leerlingen naar de gewone vakschool om een zevende jaar te volgen.

En heel vaak zijn ze daar primussen. Omdat wij hen die troef van goed vakmanschap hebben bijgebracht én omdat ze zich willen bewijzen en heel hard hun best doen. Ik ben echt trots op onze gasten.’

LEES OOK > Hoe versterk je de psychische weerbaarheid van je tiener?

Mag de lat wat lager?

‘Inclusie is een mooi ideaal, maar ik heb de indruk dat het nog moeilijker is geworden om je plek te vinden als je anders bent.

De lat ligt hoog voor wat mensen in het algemeen, en jongeren in het bijzonder, allemaal moeten kunnen en welke sociale vaardigheden ze moeten hebben. Daardoor vallen steeds meer jongeren uit de boot.

De extra ondersteuning die ze bij ons krijgen, is haast onmogelijk in een gewone klas. Maar in een school voor buitengewoon onderwijs zitten ze echt in een apart vakje.

Als een afdeling voor jongeren als de onze deel zou uitmaken van een gewone school zouden ze elkaar misschien minder als vreemd beschouwen.

Onze jongeren schamen zich tegenover leeftijdsgenoten. Ze durven niet zeggen dat ze naar Onze Jeugd gaan, omdat ze dan de stempel ‘abnormaal’ en ‘dom’ krijgen.

Als je verder kijkt dan hun autisme of gedragsproblemen, zie je gewone jongens en meisjes met talenten en beperkingen, die verlangen om gelukkig te zijn. En de jongeren met gedragsproblemen hebben onder de ruwe houding een hart van koekebrood. Maar mensen kleven een etiket op basis van de eerste indruk.

In onze samenleving moet je het goed kunnen uitleggen, dan kom je er wel. Net dat sociale ligt bij onze jongeren moeilijk. En dus krijgen ze minder kansen, ondanks hun stielkennis.

Bij onze leerlingen merk ik weinig racisme. Ze hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel en ze weten hoeveel pijn het doet om afgerekend te worden op je anders-zijn. We praten daar vaak over. Mooie, diepe gesprekken zijn dat.’

LEES OOK > Nahile Huseynova wil als leerkracht rolmodel zijn voor nieuwkomers

Leren van elkaar

‘Mijn betrachting is dat onze jongeren terechtkomen waar ze zich goed voelen. Dan zullen hun autisme of de gedragsproblemen minder doorwegen.

Het is een veeg teken dat ons leerlingenaantal alleen maar toeneemt en andere scholen voor deze doelgroepen als paddenstoelen uit de grond schieten. Blijkbaar horen alsmaar meer leerlingen niet thuis in het gewoon onderwijs.

Nochtans zouden andere leerlingen veel van onze jongeren kunnen leren en omgekeerd. Zoals onze jongeren met gedragsproblemen bijvoorbeeld van klasgenoten met autisme leren hoe je kan structureren.

Bij onze jongeren is er een grote bereidwilligheid om elkaar te helpen. Omdat ze elkaar begrijpen en in hetzelfde schuitje zitten.

Met meer begrip voor elkaar, wie of hoe die ander ook is, zou de samenleving veel mooier worden. Een samenleving waar er een plek is voor iedereen, ook voor jongeren als de onze, het klinkt misschien soft, maar daar droom ik echt van.

Gelukkig komen heel wat van onze leerlingen uiteindelijk wel goed terecht. Het is de mooiste drijfveer om steeds opnieuw met nieuwe jongeren op pad te gaan.’

Foto’s: Kristof Ghyselinck

Dit artikel verscheen in september 2020 in De Bond, het ledenblad van de Gezinsbond. De Bond kan ook bij jou (gratis!) in de bus vallen. Het enige wat je hoeft te doen, is lid worden. Nieuwtjes en activiteiten van de Gezinsbond meevolgen kan ook via Facebook, Twitter en Instagram.

Gepubliceerd op: 16/02/2021, laatste update op: 08/03/2021