Zoveel mensen, zoveel verschillen, zoveel talenten. De ene doet wonderen met woorden of met wiskunde, de andere fikst in geen tijd die irritant lekkende kraan. We hebben hen allemaal nodig: zowel de schrijver, de leerkracht als de loodgieter. Samen zorgen ze voor een leefbare maatschappij. En toch. Toch worden woorden- en wiskundemensen van jongs af aan hoger ingeschat. Slimmer. Op hun twaalf jaar mogen ze naar de A-stroom van het secundair onderwijs. De ‘rest’ wordt doorverwezen naar de B-stroom. Vreselijke labels waar we dringend van af moeten, vindt leerkracht en auteur Ruth Lasters. Ze schreef er samen met leerlingen van het deeltijds beroepsonderwijs een gedicht over.

A-ploeg

Het gedicht kreeg de titel ‘Losgeld’ en verwoordde de wens om de praktisch geschoolde mens én hun beroep te waarderen en respecteren. Want A- en B-labels horen thuis in de supermarkt, niet in het onderwijs. ‘Losgeld’ werd in Antwerpen geweigerd als stadsgedicht, waarop Ruth Lasters niet langer stadsdichter wou blijven.

Ruth Lasters: ‘Die A- en B-stroom, ik kan er echt niet bij dat pedagogen dit ooit hebben bedacht. Komaan, daar hangt toch meteen een waarde-oordeel aan vast? Denk maar aan de A- en B-merken in de supermarkt of aan de A- en B-ploegen in het voetbal. Stel je voor dat ik mijn klas zou verdelen in een A- en een B-groep, ik zou nogal eens boze mails krijgen.’

‘Zulke indelingen worden trouwens ook al in de lagere school gemaakt, en dat werkt enorm stigmatiserend. Zo hoorde ik tieners eens vertellen dat ze bij hen in de klas werkten met de begrippen ‘zonnekindjes’ en ‘maankindjes’. Kinderen die bij bepaalde vakken sneller vooruitgang boekten, waren dan de zonnekindjes. Zelfs tot ver in het middelbaar konden jongeren zich nog herinneren hoe pijnlijk het was om een maankindje te zijn.’

LEES OOK > Ruth Lasters over haar job als leerkracht

Labels, hokjes en piramides

Ruth Lasters: ‘Het is natuurlijk positief dat de cognitief sterkere kinderen uitgedaagd en geprikkeld worden, maar ik vind het gevaarlijk om dergelijke etiketten te plakken. Die kinderen worden in hokjes gezet en met die hokjes wordt een piramide gemaakt. De leerlingen die het vlotst theoretische vakken kunnen studeren, staan bovenaan. Die onderschikking hoor je trouwens ook in onze taal. Mensen zeggen vaak: ‘Als aso niet lukt, kan je nog altijd zakken naar tso of bso’, terwijl dat eigenlijk niets te maken heeft met ‘zakken’. Het is gewoon iets ánders. Ikzelf zou met mijn aso-achtergrond en mijn twee linkerhanden absoluut geen loodgieter kunnen zijn, dat zou voor mij een harde klim betekenen!’

Van aso naar bso gaan heeft niets te maken met ‘zakken’. Het is gewoon iets ánders.

‘Iedereen heeft iedereen nodig: de bakker gaat naar de tandarts, de tandarts heeft een elektricien nodig, die elektricien moet naar de cardioloog, de cardioloog naar de schoenmaker… In plaats van een onderschikking, zouden we moeten uitgaan van een nevenschikking, van gelijkwaardigheid en respect. En toch wordt in het onderwijs nog altijd gebruik gemaakt van die piramide, het is te gek voor woorden.’

LEES OOK > Evy ging met succes van Latijn naar houtbewerking

Veel soorten slim

Toch bizar dat er nog wordt neergekeken op mensen die met hun handen werken, ze zijn ongelooflijk gegeerd en verdienen vaak flink wat geld…

Ruth Lasters: ‘Klopt. Onze maatschappij wordt louter bestuurd door cognitief geschoolde personen, kijk maar naar onze ministers en naar de mensen die de media beheersen. In de serie Thuis draait loodgieter Frank Bomans al van in het begin mee, maar hij boekt weinig maatschappelijk of financieel succes. Hij wordt neergezet als de eeuwige grapjas.’

‘Met de Losgeld-actie wou ik samen met leerlingen van het beroepsonderwijs aan onze ministers duidelijk maken dat we die A- en B-labels dringend kwijt moeten geraken. De clou van het gedicht gaat erover dat woorden als ‘slim’ en ‘intelligent’ niet alleen van toepassing mogen zijn op cognitief sterke mensen, maar ook op briljante loodgieters, onderhoudsmensen, elektriciens… Het woord moet breder gemaakt worden. Eén van de manieren waarop dit kan gebeuren is door in soaps de vakmannen als succesvolle mensen neer te zetten in series in plaats van hen te beperken tot personages die de boel alleen maar opleuken.’

Er zijn wel al scholen die gebruik maken van het begrip meervoudige intelligentie. Zij hebben het dan over leerlingen die bijvoorbeeld beeldslim, woordslim, natuurslim of muziekslim zijn.

Ruth Lasters: ‘Ah kijk, dat is dan heel euh… slim! (lacht) Die begrippen zouden véél vaker gebruikt moeten worden! Ik hoor leerlingen zo vaak zeggen ‘daar ben ik niet slim genoeg voor’. Ze voelen zich onterecht minderwaardig, en dat is de schuld van onze maatschappij en hoe we al eeuwenlang naar intelligentie kijken. De uitdrukking ‘Ik ben MAAR uit een werkmansbroek geschud’ is daar een duidelijk voorbeeld van. ‘Ik heb MAAR een diploma van kapster’, zei een vriendin van mij onlangs. Komaan! Die vrouw kan haar eigen zaak beginnen terwijl ik mijn froufrou nog niet kan knippen! Dat woordje ‘maar’ vind ik heel toxisch.’

Trots op de elektricien

Hoe reageren ouders op het gedicht en de gedachtegang die erachter zit?

Ruth Lasters: ‘Oh, we hebben ontzettend veel reacties gekregen van ouders, en daar zitten heel wat schrijnende verhalen tussen. Iemand liet weten: ‘Mijn twee oudste kinderen zitten in de A-stroom. De derde moet naar het bso en voelt zich daardoor mislukt en depressief.’ (Stil) Ik word emotioneel als ik het vertel… Pfff, zoiets zou toch niet mogen? Als je dit hoort, zit er toch iets mis in ons systeem? Ouders voelen schroom om te vertellen dat hun kind in de B-stroom zit terwijl die met fierheid zouden moeten vertellen dat hun kind elektricien wordt!’

LEES OOK > Zorgcoördinator Laila Zaimi over vooroordelen op school

Denk je dat ouders die zelf in de B-stroom zaten en zich minderwaardig voelen, hun kroost misschien gaan pushen om toch maar A-stroom te blijven doen?

Ruth Lasters: ‘Een mama reageerde inderdaad dat ze de Losgeldcampagne snapt en er ook achter staat, maar dat ze het toch jammer zou vinden mocht haar kind ook in de B-stroom terechtkomen. Ze wil niet dat die later, net zoals zij nu, onderbetaald wordt. Ik snap haar wel. De materie is ook veel complexer dan de benamingen A en B, dat zijn uiteindelijk maar symptomen. Er moet een grootschalige campagne komen om een algemene mentaliteitswijziging in gang te zetten, zoals ook gebeurd is met het roken in onze maatschappij. Er werd massaal ingezet op antirookcampagnes, en met succes: er roken nu veel minder mensen. Wel, hetzelfde moet mogelijk zijn voor praktische opleidingen en beroepen.’

Grote gevolgen voor onderwijs

Heeft je pleidooi al effect gehad intussen? Komt er een denktank en een grote campagne?

Ruth Lasters over A- en B-stroom in het onderwijs

Ruth Lasters: ‘Uit de hoek van het onderwijs zelf kwam er tot nu toe niets. Ik hoor niets van de minister van onderwijs of van de schepen hier in Antwerpen. En zolang dat niet gebeurt, kan ik niet tevreden zijn. Die ongelijkheid zit in alle lagen en veroorzaakt enorm veel verdriet, dus het is relevant om erover na te denken.’

Hoe zou jij je voelen als je naar school moet en je weet dat je bij ‘het mindere team’ hoort?

Wat vinden je collega-leerkrachten ervan?

Ruth Lasters: ‘Iedereen die niet in het aso werkt, snapt waarover ik het heb. Het gaat trouwens verder dan het effect op leerlingen. Ook het lerarentekort staat daar er rechtstreeks mee in verband. Hoe zou jij je voelen als je als leerling naar school moet en je weet dat je bij ‘het mindere team’ hoort? Da’s niet meteen een positieve ervaring. Je leerkrachten vertegenwoordigen een systeem dat jou een slecht gevoel geeft, dus ook tegenover hen zit je met wrevel. Sowieso ontstaat daardoor frictie in de klas, wat voor een moeilijker klasmanagement zorgt, voor meer uitval van leerkrachten, voor minder job-tevredenheid én dus ook voor minder kandidaten die voor de klas willen staan. Het heeft repercussies op heel het onderwijssysteem.’

Gemiste kansen

Nog eentje om af te sluiten: hoe verliep je eigen schoolcarrière?

Ruth Lasters: ‘Ik kom uit het aso en zat op internaat, waar ik twee goeie vriendinnen had. Zij volgden allebei de richting haartooi, dus overdag moesten ze naar een andere campus en zag ik hen niet. Jammer toch, waarom moeten die campussen en speelplaatsen zo gescheiden worden? Het is net mooi en verrijkend als je vriendschap kan sluiten met mensen uit verschillende richtingen. Had ik die twee fantastische meisjes, met wie ik nu nog altijd bevriend ben, niet leren kennen op internaat, dan zou ik hen nooit ontmoet hebben. En zo worden er vandaag nog altijd een heleboel kansen gemist.’

Foto’s Kristof Ghyselinck

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 20/04/2023, laatste update op: 15/08/2023