Opvang voor baby’s en peuters en opvang van kinderen buiten de schooluren laat ouders toe beroepsactief te zijn, te solliciteren of een opleiding te volgen. Ook voor kinderen heeft het voordelen. In de opvang kunnen sociale vaardigheden worden ingeoefend, komen anderstalige kinderen in contact met het Nederlands en krijgt het kindje nieuwe ontwikkelingskansen… Maar er zijn ook heel wat structurele problemen in de kinderopvang in Vlaanderen. 

Verschillende soorten opvang

Opvang voor onze kinderen bestaat uit verschillende soorten opvang. Baby- en peuteropvang, zoals in kinderdagverblijven en onthaalouders gebeurt, en de buitenschoolse opvang voor schoolgaande kinderen. Dit is zowel voor- en naschoolse opvang én de vakantie-opvang, zoals bij speelpleinen en kampen.

Opvang voor de kinderen is vaak een probleem (en een bron van stress) voor ouders. Als ze zwanger zijn, moeten ze er snel bij zijn om tijdig een plekje te hebben. Wie later pas opvang zoekt omdat hij of zij een tijdje werkloos was, thuis was voor de kinderen, of nieuwkomer is, vist vaak achter het net. Dat is zeker het geval sinds de inkomensgerelateerde baby- en peuteropvang voorrang geeft aan gezinnen die samen gemiddeld 4/5e werken of een beroepsopleiding volgen op 4/5e basis. Voor de opvang in de zomervakantie begint het plannen en puzzelen vaak al in januari.

LEES OOK > Gezinsbond legt samen met andere organisaties 7 actiepunten kinderopvang op tafel

Kinderopvang in Vlaanderen: wat moet er gebeuren?

Drie prioriteiten voor kinderopvang in Vlaanderen: voldoende aanbod, betaalbaar voor iedereen en kwalitatief hoogstaand. Baby- en peuteropvang en buitenschoolse opvang delen enkele structurele problemen. Beide soorten opvang verbeteren met deze veranderingen:

  • Overal voldoende en betaalbare opvang, in iedere wijk van iedere stad of gemeente. Iedere ouder, ook ouders van een kindje met verhoogde zorgbehoefte, moet binnen de drie maanden een kwaliteitsvolle en betaalbare opvangplaats hebben. En dat op een redelijke afstand van werk of thuis, zowel voor een baby als voor een kind dat al naar school gaat. Er moet ook een aanbod van buitenschoolse opvang zijn voor prille tieners (12 tot 14 jaar) en vooral tieners met een verstandelijke beperking.
  • Inkomensgerelateerde tarieven in alle kinderdagverblijven, bij alle onthaalouders en in alle initiatieven buitenschoolse opvang.
  • Voor iedere ouder een opvangplan dat past bij de gezinsnoden. Ouders mogen niet ‘beboet’ worden voor ouderschapsverlof, atypische werkuren of verandering van werkuren.
  • Meer kwaliteit in de kinderopvang. Voor alle leeftijdsgroepen, zowel voor baby’s als voor peuters en kinderen voor en na school of tijdens de vakantie dus. Daarmee wordt bedoeld dat de activiteiten bewust gekozen zijn, zodat ze de ontwikkeling van kinderen op vele vlakken stimuleren. Dit doen we door:
    • Beter opgeleide en voldoende kinderbegeleiders. Personeel dat ook tijd heeft om te overleggen over hun pedagogische aanpak, vormingen te volgen en te overleggen hoe het met een kindje gaat. Dit is extra belangrijk voor kinderen met een handicap, waarvoor vaak nog meer overleg en externe ondersteuning nodig is.
    • Betere loon- en arbeidsvoorwaarden en een volwaardig statuut voor de kinderbegeleiders. Dit zo belangrijke beroep wordt te weinig gewaardeerd, waardoor veel mensen de sector verlaten. Daardoor vermindert het aantal plaatsen en verdwijnt heel wat ervaring en competentie, wat niet goed is voor kinderen en ouders.
    • Regelmatige monitoring van de kwaliteit van de Vlaamse opvang in zijn geheel om de knelpunten aan te pakken.
  • Het oprichten van een geschillencommissie die onafhankelijk kan bemiddelen bij contractuele conflicten en problemen tussen ouders en opvang.
  • Meer inspectie, sneller ingrijpen als het fout gaat.

LEES OOK > Wat als je een probleem hebt met de crèche of onthaalouder?

Voorstellen specifiek voor baby- en peuteropvang

  • Minder kinderen per begeleider in de baby- en peuteropvang. Het maximale aantal kinderen per begeleider terugbrengen naar 6, en op termijn naar 4. Dit komt de kwaliteit van de opvang ten goede. Ook de groepen waarin baby’s en peuters opgevangen worden, moeten kleiner worden.
  • Afschaffen van de huidige voorrangsregels in de inkomensgerelateerde kinderopvang die eisen dat gezinnen gemiddeld minstens op 4/5e basis werken of een beroepsopleiding volgen.
  • Inkomensgerelateerde tarieven in alle crèches en bij alle onthaalouders.
  • ‘Bestellen is betalen’ in de inkomensgerelateerde opvang is niet gezinsvriendelijk in zijn huidige vorm. Er zijn te weinig respijtdagen. Gezinsverlof en ziektedagen mogen niet meetellen in de korf respijtdagen. De boete die ouders betalen bij een dag afwezigheid van het kindje als de respijtdagen ‘op’ zijn, mag niet hoger zijn dan de normale prijs van een opvangdag.
  • Het minimumtarief in de inkomensgerelateerde opvang moet lager dan nu het geval is. Er moet een automatische toekenning komen van het OCMW-tarief voor alle mensen met een inkomensvervangende uitkering of een heel laag inkomen.

LEES OOK > Kinderbegeleider Saartje over de hoge werkdruk en te weinig middelen: ‘Het is elke dag jongleren en zoeken naar creatieve oplossingen’

Voorstellen specifiek voor de buitenschoolse opvang

  • Voldoende Vlaamse middelen aan de lokale overheden zodat alle gezinnen die er nood aan hebben er terecht kunnen
  • Kwaliteits- en toegankelijkheidsvoorwaarden maar ook inspectie in de buitenschoolse opvang vanuit de Vlaamse overheid, ook al ligt de regie in handen van de lokale overheid

In ons dossier over kinderopvang lees je nog meer artikels.

Dit artikel verscheen in Brieven aan Jonge Ouders, het gratis magazine voor alle ouders met een baby, peuter of kleuter in hun gezin. Voor ouders van kindjes tot 18 maanden zijn er ook de NieuwsBrieven aan Jonge Ouders, elke maand in je mailbox.

Gepubliceerd op: 01/04/2019, laatste update op: 02/10/2024