Ben je nog op zoek naar een kot voor september? Sta je open voor een uitdaging, en kun je vlot omgaan met verschillen in denken en zijn? Dan is een doorstromingshuis misschien wel iets voor jou: een alternatief voor een kot dat net iets anders is, een beetje socialer. In Brussel en Leuven zijn er nog plekjes vrij voor komend academiejaar.

Doorstromingshuis?

In een doorstromingshuis woon je met een drietal studenten, of mensen die net aan het werk zijn, samen met een drietal gasten met een handicap of een psychologische kwetsbaarheid. Een autismespectrumstoornis, bijvoorbeeld.

‘De gasten zijn jongvolwassenen die aan het werk zijn of een vaste activiteit doen buitenshuis. Tijdens hun verblijf in het huis gaan ze op zoek naar wat ze nodig hebben om op eigen benen te staan,’ vertelt Marieke Spenninck, pleegzorgbegeleidster bij Pleegzorg Vlaams-Brabant en Brussel. ‘Ze ontdekken er hoe ze in het leven staan, wat ze kunnen en waar ze ondersteuning bij nodig hebben. Als inwonende student sta je hen bij in die zoektocht.’

LEES OOK > Hoe je je kind kan voorbereiden op het kotleven

De was en de plas

Als vrijwilliger ben je uiteraard geen vervang-pleegouder. Je helpt de gasten bij kleine, alledaagse dingen, en bij de praktische organisatie van het samenleven. Hoe dat er specifiek uit ziet, hangt vooral af van de bewonersgroep.

Iedereen doet in elk geval zijn deel om het huishouden op rolletjes te laten lopen. En dat is lang niet altijd eenrichtingsverkeer. ’Koken, wassen, poetsen: de gasten konden het dikwijls beter dan ikzelf’, weet vrijwilliger Dries*.

Spelletjesavond

’s Avonds eet iedereen samen, dat is een constante in het doorstromingshuis. ‘Er is een beurtrol voor het koken’, vertelt Marieke, ‘ook voor de gasten.’ Daar hoef je hen als vrijwilliger niet bij te helpen. ‘Als ze graag wat ondersteuning willen om nog het een en ander te leren, schakelen ze daarvoor een thuiszorgdienst in. Om samen inkopen te doen, bijvoorbeeld.’

Wat je als vrijwilliger dan precies doet om de gasten te helpen? Dat vindt Dries moeilijk om te omschrijven. ‘Je geeft tips en tricks voor de was en de plas, leest misschien een CV na op spellingsfouten, gaat mee naar een optreden, of zoekt mee op hoe laat de trein naar Oostende gaat voor een leuke uitstap. Maar vooral: je bent er voor de ander.’

Dat is ook het belangrijkste in het doorstromingshuis: dat je er bent voor je medebewoners. Dat je vaak genoeg thuis bent, met plezier tijd maakt voor elkaar en samen dingen doet. Samen een gezelschapsspel spelen of tv kijken, eens een uitstapje doen, iets nieuws proberen, …

Zoeken naar je plek

Bezint eer ge begint: dit alternatief voor een kot vraagt wel degelijk een engagement. Je hoeft natuurlijk niet elke dag ‘thuis’ te zijn, maar de gasten moeten wel op je kunnen rekenen.

‘Een buitenlandse stage van drie maanden is niet echt een optie als je voor het doorstromingshuis kiest,’ zegt Marieke. Als medebewoner word je een soort vertrouwenspersoon voor de gasten. Daarom wordt aan kandidaat-bewoners ook gevraagd dat ze minimum één jaar, en bij voorkeur twee, in het huis blijven wonen.

Dat er ’s avonds samen wordt gegeten blijkt trouwens echt een meerwaarde voor die vertrouwensband. ‘Na een dag werk of school is het heerlijk om thuis te komen en aan te schuiven aan onze tafel, zo met z’n zessen’, vertelt Dries. ‘Dat is dikwijls het moment voor heel praktische vragen, maar vooral om je dag te delen, of je zorgen.

En dan zitten er toch vooral zes jonge mensen aan tafel die allemaal dezelfde vragen stellen: hoe geef ik vorm aan samenleven? En welke toekomst wacht op mij? We zijn soms allemaal even onwetend.’

LEES OOK > Waarom emotionele intelligentie zo belangrijk is, zeker ook voor jongeren

Goed omkaderd

De begeleiders komen geregeld langs voor de gasten. Ze helpen hen onder meer met hun planning en administratie, en helpen hen uit te zoeken hoe ze hun dagen en vrije tijd kunnen indelen, hun netwerk kunnen uitbreiden en leren omgaan met alleen zijn.

Ook als vrijwilliger word je niet zomaar in het diepe gegooid. Wie interesse heeft komt eerst op kennismakingsgesprek. Daar krijg je een beter zicht op hoe het er in een doorstromingshuis aan toegaat. Wil je je nadien kandidaat stellen? Dan komt er een tweede gesprek waarin uitgebreid wordt stilgestaan bij je motivatie, drijfveren, en achtergrond.

Ook gedurende je tijd in het huis kun je blijven rekenen op omkadering. De begeleiders komen regelmatig op bezoek om te kijken hoe het gaat in het huis, en houden maandelijks een vrijwilligersvergadering. Ze zijn ook steeds bereikbaar als je vragen hebt, bijvoorbeeld als je niet goed weet hoe je met een concrete situatie moet omgaan.

Respect en authenticiteit

Moet je een specifiek profiel hebben om je in een doorstromingshuis thuis te voelen? Helemaal niet. Wat telt, is dat je je enthousiast bent voor dit bijzondere alternatief voor een kot, en dat je je wilt openstellen voor anderen. En vooral: dat je jezelf bent, en ook de ander zichzelf laat zijn.

Het zijn trouwens niet alleen de gasten die groeien in het huis. ‘Een van de vrijwilligers vertelde me dat ze, door samen te leven met iemand met autisme, heeft geleerd om te vertragen, om de tijd te nemen,’ vertelt Marieke. ‘We gaan zo vaak gejaagd door het leven. In het doorstromingshuis heeft zij beseft dat het ook anders kan.’

LEES OOK > Studietoelage voor hoger onderwijs: wél zelf aanvragen

Iets voor jou?

Benieuwd of een doorstromingshuis ook iets voor jou zou kunnen zijn? In Leuven, en vooral in Brussel, zijn ze nog op zoek naar kandidaten die in september zouden kunnen intrekken. In dit filmpje krijg je al een eerste indruk van hoe het eraan toegaat in het huis. Of klik hier door naar meer informatie.

* Bron: Oikonde Nieuws, 2014

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 02/06/2022