Voor kinderen met autisme kan gamen erg aantrekkelijk zijn. De gamewereld biedt hen de logica en de structuur die ze in de buitenwereld al te vaak moeten missen. Daardoor lopen ze ook meer risico om verslaafd te raken aan gamen. Hoe ga je er als ouder mee om als je kind met autisme niet van het gamescherm weg te branden is? Hoe kun je je gamende kind helpen? In het Gezinsbond-webinar ‘Veilig online: Autisme en gamen’ gaf auticoach Adi Van den Brande waardevolle inzichten mee.

Pas je denken aan

De rode draad door alle tips? Leer autistisch denken. Je moet op een heel andere manier werken met kinderen met autisme, omdat hun hersenen gewoonweg anders ‘bedraad’ zijn.

Dat betekent minder praten, meer visualiseren, meer stiltes inlassen, vertelt Adi. ‘Weten hoe jouw kind denkt, is heel belangrijk. Zo zijn er tal van kinderen die zich niet kunnen voorstellen wat ze zouden kunnen doen in plaats van te gamen. Andere kinderen hebben dan weer geen tijdsgevoel, zodat ze het gevoel hebben maar korte tijd te gamen. Anderzijds is het zinvol om je kind aan te leren hoe het denkt en wat het nodig heeft. Zo kan je kind aan zelfstandigheid winnen en kan het groeien.’

LEES OOK > Autisme en gamen: ‘Voor kinderen met autisme is gamen een veilige haven’

Toon interesse en speel mee

Een tweede stap om je kind met autisme bij het gamen te begeleiden, is om interesse te tonen in de games die ze spelen. ‘Probeer die wereld waar ze zo graag veel tijd insteken te begrijpen. Probeer een keer mee te spelen. En stel vragen: hoe werkt dat spel juist? Als je er vroeg mee begint, gaat dat best wel makkelijk.’

En je hebt er heel wat bij te winnen. ‘Je kind voelt: oké, mijn ouders doen moeite om mijn interesses te begrijpen. Ze gaan ook makkelijker openstaan voor jouw inzichten en advies als ze het gevoel hebben dat je dat ook bij hen doet.’

Het hoeft zelfs niet eens het favoriete spel van je kind te zijn. ‘Er was eens een moeder die had beloofd mee te spelen met haar zoon van een jaar of 12. Heel de week keek die daarnaar uit: “Mama, we gaan zaterdagnamiddag spelen, niet vergeten!” Een schietspel zag ze niet zitten, maar ze hebben samen FIFA gespeeld. Ze heeft verloren met 6-0. Maar daar gaat het niet om. Het feit was dat ze moeite deed. Hij was heel enthousiast, en hij had het gevoel dat de band met zijn moeder een stuk verbeterd was.’

‘Plots zeggen dat ze iets nú moeten doen, daar kan een kind met autisme helemaal niet mee om.’ – auticoach Adi Van den Brande

Toekijken en vragen stellen werkt even goed, zo blijkt uit een tweede voorbeeld dat Adi aanhaalt. ‘Een moeder ging de kamer van haar zoon binnen om te kijken hoe hij speelde. Hij verstijfde, want hij dacht dat hij alweer iets verkeerd had gedaan, en hij begon te roepen. Zij zei niets, en ging gewoon naast hem zitten terwijl hij aan het spelen was. Na een paar minuten begon hij er wat over te vertellen, en zij gaf aan dat ze gewoon wou kijken hoe hij het deed en hoe het werkte. Je zag gewoon hoe hun band aan het verbeteren was.’

Doordat je het spel kent, kun je ook makkelijker afspraken maken, weet Adi. ‘Als ze bijvoorbeeld vaak Fortnite spelen voor etenstijd. Altijd is er dan discussie: “Nog vijf minuutjes!” Maar dat loopt snel uit. Als je dan weet dat een spelletje 20 tot 25 minuten duurt, dan kun je eigenlijk op voorhand met hen afspreken: vanaf twintig voor zes — als het om zes uur etenstijd is — begin je geen nieuw spelletje meer. Dan zijn ze in principe altijd op tijd klaar.’

Help hen hobby’s ontdekken

‘Bij autisme zijn er heel veel factoren die kunnen maken dat een kind een hobby laat vallen, ook al doen ze het eigenlijk heel graag. Het gamen is op dat moment geen verslaving, maar wel een vlucht uit de realiteit. Dus praat met je kind, en communiceer op de juiste manier, zodat je begrijpt waarom het in de reguliere wereld niet lukt, en waarom ze vluchten naar die gamewereld.’

Ze hebben wel begeleiding nodig om hobby’s te zoeken of te herontdekken. Ze dat zelf laten uitzoeken is geen goed idee. Door hun autistisch denkprofiel weten ze vaak niet hoe ze hun tijd moeten invullen. Ze kunnen niet inschatten hoe lang iets gaat duren, wat de gevolgen zijn, wat ze precies kunnen doen.

’We zeggen heel makkelijk: “Ga eens iets anders doen.” En: “Speel alleen.” Maar kinderen met autisme hebben concrete houvast nodig, en ze hebben de nabijheid van hun ouders nodig als ze iets nieuws moeten uitzoeken. Dus ga het samen met jouw kind ontdekken. En spreek bijvoorbeeld af: één keer per week spelen we samen een potje Uno. Dat duurt een kwartiertje. En na een tijdje speel je een ander spel. Zo ga je het uitbreiden. Maar doe het samen.

Een heel fijne tip is: kijk wat je kind vroeger deed. Misschien kan die dat terug oppikken. Of kunnen jullie dat in een moderner en volwassener jasje steken. Dat je niet LEGO gaat doen, maar LEGO Mechanics bijvoorbeeld. Moeilijker, maar met hetzelfde principe.’

LEES OOK > Wat maakt gamen zo leuk? Een spoedcursus gamen voor ouders

Grabbel tegen verveling

Leg ook goed uit hoe een hobby of spel werkt, en welke stappen ze moeten zetten om ergens goed in te worden. Gitaar spelen, bijvoorbeeld. ‘Dan pakken ze een gitaar en rammen ze er drie keer op. In hun denkpatroon kunnen ze dadelijk gitaar spelen. Ze zien niet in dat er een leerproces aan vooraf gaat. En dan komen ze snel tot de coclusie:“Ik kan niet gitaar spelen.” En ze leggen ze weg. Leer hen dan aan hoe ze ermee om moeten gaan.

Soms werkt het ook om een grabbelton tegen verveling te hebben. Dat je op zondag een paar dingen bijeenzet. Of je vult van die kleine surprise-eitjes met papiertjes, en als ze zich vervelen kunnen ze daar iets uit pakken. Andere ouders maken een bingo samen met hun kind. Aan het eind van de week moet alles wat daarop staat uitgevoerd zijn. Dan heeft het kind ook weer een richting: als ik mij verveel, kan ik gamen, maar ik kan ook dit of dat andere doen.’

Wat niet echt werkt is op het moment dat ze willen beginnen gamen, zeggen dat ze iets anders moeten doen. ‘Op dat moment hebben ze in hun hoofd volkomen vastgezet dat ze zouden gamen. Het verbieden geeft stress, waardoor ze niet meer vrij kunnen denken’, legt Adi uit. ‘Dus kaart bijvoorbeeld vóór het eten al aan wat ze later die avond zullen gaan doen.’ Op die manier houd je het gesprek volkomen open.

Plan de week

Bij opvoeding horen regels, want kinderen moeten nu eenmaal ook bepaalde dingen doen die minder leuk zijn. Maar wat zien we bij autisme? Dat een mondelinge regel niet telt, weet Adi. Je moet dus gestructureerd het een en ander op papier zetten.

Je kunt beginnen met een weekplanning, waarin ook alle hobby’s en andere activiteiten staan. ‘Het kan helpen om hen eerst hun gameblokken te laten invullen, zodat ze zeker zijn dat ze elke dag hun gametijd hebben. Zo draai je het om: in plaats van eerst naar de ‘moetens’ te gaan kijken, spreek je eerst af: wanneer kun je gamen? En dan plak je de rest daarrond.

Heel belangrijk is het om te visualiseren, of uit te tekenen hoe lang ze eigenlijk aan het gamen zijn, en hoeveel tijd ze ook voor andere dingen moeten vrijmaken. ‘We zeggen vaak: “Ik wil dat je minder op je scherm zit, en meer buiten speelt” maar dat is helemaal niet concreet. En zeker als we plots gaan zeggen dat ze dat nú moeten doen — daar kan een kind met autisme helemaal niet mee om, als je dat zomaar dropt.’

‘In plaats van te zeggen: ik wil dat jij de computer uit zet, kun je beter zeggen: het is de afspraak dat we de computer uit zetten’ – auticoach Adi Van den Brande

Ze hebben concrete informatie nodig, en ze hebben die op voorhand nodig. ‘Je kunt dus beter zeggen: “Ik verwacht dat je vanaf volgende week drie keer per week een half uur buitenshuis gaat sporten. Dat vind ik belangrijk. Eén keer per week spreek je offline af met een vriend. En we doen een schermvrije familieavond.” Zo maak je het heel concreet.’

Je kunt zelfs inplannen op welk moment, waar, hoe en met wie. Dan is het duidelijk en afgebakend. ‘Zo geef je hen een stuk verantwoordelijkheid, dat het ene niet zonder het andere kan: het is noodzakelijk dat je dat andere doet, en daardoor kun je ook nog gamen.’

Focus op leuk

Daarbij let je er best op dat je positief communiceert. ‘Als je zegt “Je zit te veel op die schermen”, dan zal daar veel meer weerstand op komen dan wanneer je zegt “Laten we meer samen gaan doen” of “Laten we samen vaker naar buiten gaan”. Leg de nadruk op meer quality time, en niet op minder schermtijd.

‘Iets wat ik zeker aanraad, is een schermvrije familieavond. Eén keer in de week — of vaker — dat je samen kookt, eet, en dan bijvoorbeeld een bordspel speelt. Bordspellen leunen heel dicht aan tegen hun interesses. Er zijn heel veel overeenkomsten met gamen, maar het gaat veel trager én socialer dan die online snelle wereld.

Je plant zo’n avond natuurlijk wel op voorhand in, en je kunt hen daar ook inspraak in geven: welke dag, van hoe laat tot hoe laat … Idealiter is het een vaste avond in de week. Maar dat die familieavond gebeurt, moet eigenlijk gewoon vaststaan.’

LEES OOK > 6 misverstanden over autisme rechtgezet

Wees consequent

Duidelijke afspraken maken is dus superbelangrijk. Niet alleen wannéér ze mogen gamen, maar ook waar en hoe. En wees daar consequent in. ‘Natuurlijk mag je al eens een uitzondering maken. Maar maak het heel duidelijk dat het een uitzondering is, en dat het morgen weer de normale gang van zaken is.’

Het kan ook helpen om elke 20 minuten je kind even te gaan storen bij het gamen. Uit onderzoek blijkt dat je na 20-25 minuten van opperste concentratie in een tunnel terechtkomt. ‘Als je ze dan even een glaasje water gaat brengen of een snack, zorg je er eigenlijk voor dat ze niet in die tunnel geraken, waardoor het makkelijker wordt om stop te zeggen.’ Ook hier geldt dat je er op voorhand al eens rustig over moet gepraat hebben waarom je ze om de twintig minuten komt storen. Zo weten ze waar ze aan toe zijn.

Anticipeer op agressie

Wat als je kind zijn emoties niet onder controle krijgt, boos wordt of zelfs een meltdown krijgt?

‘Bij mensen met autisme verloopt de emotieregulatie heel erg moeilijk’, weet Adi. ‘Op het moment zelf zit je kind heel hoog in de emotie, en dan kan het vaatje makkelijk ontploffen.’ Daar dan verbaal tegenin gaan heeft eigenlijk helemaal geen zin. Wel nabijheid en veiligheid geven.

Daarom is de beste aanpak preventief werken: zet ook over zulke emotionele ontploffingen duidelijke afspraken op papier. ‘Vraag aan je kind hoe het zal reageren wanneer het het moeilijk krijgt, en bespreek wat je zal doen om weer rust te brengen. Maak daar een overzicht van op een rustig moment, en pak die richtlijnen erbij telkens als je kind mag beginnen gamen. Gewoon even dat overzicht erbij pakken: “Weet je nog? Dit gaan we doen.”

Andere kinderen hebben het nodig dat er consequenties aan gekoppeld worden: : dat ze hun volgende game-tijd moeten overslaan, bijvoorbeeld. Als ze op woensdag kwaad zijn, dan wordt er op zaterdag niet gegamed. Maar op zondag krijgen ze een nieuwe kans.

Geef hen ook tips mee waarmee ze aan de slag kunnen. Wat ga je doen als je kwaad wordt? Tien keer in- en uitademen. Eventjes rechtstaan. Rond de zetel wandelen. Of iets anders. Zo reik je hen tools aan om er beter mee om te gaan. Geleidelijk aan kunnen ze zo beter met die emoties leren omgaan.’

Nog een kleine tip bij agressie: breng geen ‘ik/jij’-boodschap. ‘In plaats van te zeggen “Ik wil dat jij de computer uit zet” kun je beter zeggen “Het is de afspraak dat we de computer uit zetten”. Op die manier ben je niet persoonlijk, en heb je meer kans op succes’, weet Adi.

Laat je bijstaan

Er komt heel wat op je af als ouder of begeleider van een kind of jongere met autisme. Dus laat je ondersteunen. ‘We merken, zeker bij kinderen met autisme, dat ze moeilijker dingen aannemen van hun ouders’, vertelt Adi. ‘Ze praten liever met experts of ervaringsdeskundigen.’

Adi Van den Brande

Bij Het Lampje werken Adi en haar collega’s vaak met gezinnen rond afspraken over schermvrije tijd en gamen. ‘Wat zijn goede afspraken? Welke uren gaan we nemen? Ook rond sociale vaardigheden wordt veel gewerkt, en motivatie vinden voor school en hobby’s.’ Ook zaken zoals afspreken met anderen, leren organiseren, uitstelgedrag en zelfstandigheid komen vaak aan bod. ‘Week op week proberen we telkens kleine stapjes te zetten — online of offline.’

Kun je hulp gebruiken? Dat kan bij Het Lampje of andere auticoaches, en bij GameChangers. Bij Childfocus en je lokale Huis van het Kind kun je ook terecht. Ook de studiebegeleider en het CLB hebben heel wat ervaring en kunnen jou mee ondersteunen. ‘Blijf dus zeker en vast niet met je angsten zitten. Ga naar buiten, en praat met mensen die jou kunnen helpen.’

Kijk ook zeker eens op Veilig Online. Het volledige webinar ‘Veilig online: gamen en autisme’ kun je hier herbekijken.

HERBEKIJK > Webinar: Veilig Online – Autisme en gamen

Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 17/04/2024