Sta er even bij stil: hoeveel is er de afgelopen vijftig jaar niet veranderd? Globalisering, technologische vernieuwingen, het internet, klimaatverandering, … Ook op sociocultureel vlak is het vandaag een nieuwe wereld, zeker op het vlak van gender en geaardheid. L, G, B, T, Q, I met een plus erbovenop: het is een hele boterham. Bij de Gezinsbond wilden we graag weten hoe grootouders daarover denken. Daarom hielden we eerder dit jaar een bevraging naar grootouders en LGBTQI+, waaraan 174 grootouders deelnamen. Het overgrote merendeel van hen is tussen 55 en 65 jaar (48%) en tussen 65 en 75 jaar (40%) oud.

Geen ver-van-mijn-bed-show

De eerste conclusie? Deze grootouders zijn mee met hun tijd. Zo goed als allemaal zijn ze vertrouwd met de thematiek. Op zijn minst kennen ze het acroniem LGBTQI+ en weten ze waar de letters voor staan. Ongeveer de helft van de respondenten geeft aan dat er actief over het onderwerp wordt gesproken in familiale sfeer en in de vriendenkring.

Het onderwerp komt ook vaak aan bod op televisie, in dagbladen en in het nieuws, waardoor ze het al minstens passief meekrijgen. Toch vindt zowat 1 op de 10 de eigen kennis onvoldoende. Veel van de grootouders geven aan nog heel wat te kunnen bijleren, en zowat een op de vijf gaat ook actief op zoek naar informatie om zich verder te verdiepen in het thema.

LEES OOK > Van ‘Huh?’ naar ‘Aha!’: de betekenis achter LGBTQI+

(Niet onvoorwaardelijk) positief

Een kleine driekwart van de grootouders die deelnamen aan de bevraging staat positief tegenover LGBTQI+. Ze vinden het belangrijk dat de kwestie bespreekbaar is, zodat personen in de doelgroep zich aanvaard, gesteund en gerespecteerd voelen.

Twintig procent weet niet goed hoe ze ertegenover staan, en 5% heeft een negatieve houding. Het onderwerp komt zo vaak aan bod in de media dat het opdringerig kan overkomen en een negatief effect kan uitlokken, klinkt het bij zowat een op de vijf. Ook de steeds uitbreidende afkorting, de nood aan al die stempels en aan nieuw taalgebruik (die/hen/hun) gaan voor sommigen wat ver. Wordt het allemaal niet nodeloos ingewikkeld?

Hier en daar — ook bij diegenen die een positieve houding zeggen te hebben — wordt opgemerkt dat er limieten zijn aan wat ze willen aanvaarden: ‘Je mag zijn wie je bent, maar extravagante uitingen van geaardheid — dat kan niet,’ vindt een van de respondenten. Een andere grootouder zegt: ‘Een kind moet zich goed voelen, maar waarom moeten daar medische aanpassingen aan het lichaam bij komen kijken?’

LEES OOK > Wegwijs in de wereld van LGBTQI+ ‘Het allerbelangrijkste is luisteren’

Te woke?

Jongeren komen vandaag veel meer in aanraking met het thema LGBTQI+ dan vroeger. De meeste respondenten (83%) vinden dat een goede zaak. We moeten kinderen vanaf het begin meenemen in de normalisering van genderdiversiteit, klinkt het. Ze moeten over die thema’s kunnen praten, en weten dat ze met hun vragen ergens terechtkunnen; dat is essentieel voor hun ontwikkeling en welbevinden.

Ook hier weer leeft toch twijfel: wordt het onderwerp niet zo vaak gebracht — misschien zelfs gepusht — dat het extra druk creëert bij jongeren, die sowieso al worstelen met seksualiteit? Wordt het op den duur geen hype, of een spelletje? En worden kinderen er niet te vroeg mee ‘overrompeld’, waardoor je hen iets opdringt op een moment dat ze heel erg zoekende en beïnvloedbaar zijn?

LEES OOK > De zoon van Hilde en Larc maakte een gendertransitie door: ‘De liefde voor ons kind was onze leidraad’

Stoere jongens en prinsessenmeisjes

Wat dan met genderstereotiepe of genderbewuste opvoeding? Moet je de kleinkinderen uitdagen — roze voor de jongens, blauw voor de meisjes? Kun je dat als (groot)ouder mee sturen? Daarover zijn de meningen bij de grootouders verdeeld.

Voor een op de drie is het duidelijk: het kind mag zelf aangeven wat het wil dragen, of het met poppen of treintjes wil spelen, en welke programma’s het wil kijken. Als grootouder gaan ze af op wat hun kleinkind aangeeft.

Een kleine 30% gaat bewust tegen de stereotypen in, om te zien hoe het kind daarop reageert. Sommige grootouders kiezen ook voor genderneutraal speelgoed en kledij. Nog eens 7% geeft aan stereotypen te willen vermijden, maar merkt dat de kinderen automatisch naar de gendertypische keuze grijpen.

Een andere groep respondenten (20%) is er niet bewust mee bezig, en bevestigt zo toch eigenlijk de traditionele meisje/jongen-norm. Een kleine groep (10%) kiest bewust voor een genderstereotiepe opvoeding; die biedt hen een houvast, geven velen van hen aan.

Sommigen hebben pas door onze bevraging beseft hoe gendertypisch hun keuzes zijn. Zo merkte een respondent op dat ze altijd poppen kocht voor haar kleindochters, en er nooit over had gedacht om bijvoorbeeld eens een autootje te kopen.

LEES OOK > Genderbewust opvoeden: hoe begin je daaraan?

Grootouders en kleinkinderen

Als grootouder heb je een speciaal plaatsje in het leven van je kleinkind, en dat beseffen de respondenten maar al te goed. Ze willen een luisterend oor voor hen zijn. De kleinkinderen moeten weten dat ze met al hun vragen en bezorgdheden bij hen terechtkunnen. Zo goed als allemaal willen de grootouders de boodschap geven dat ze openstaan voor alles, en dat hun kleinkinderen mogen zijn wie ze zijn.

Zowat 10% gaat nog een stapje verder: ze willen de taboesfeer actief bestrijden en reiken actief informatie aan, ook zonder dat hun kleinkind aangeeft met het onderwerp bezig te zijn. Die houding is bijzonder waardevol. Zo weet het kind namelijk al vroeg dat het bij de grootouder veilig met vragen of onzekerheden terechtkan.

LGBTQI+ in eigen kring

Ongeveer een op de drie respondenten kent persoonlijk een LGBTQI+ persoon, en negen van hen zijn grootouder van een LGBTQI+ kleinkind. De meesten (90%) geven aan in intieme kring openlijk te kunnen praten over het thema; het is vanzelfsprekend geworden. Ook in de bredere familiekring en de omgeving kunnen ze veelal vrij praten.

Bij 10% van die respondenten heeft het wel wat tijd gevraagd voor ze aan de omgeving durfden te vertellen dat een dierbare tot de regenbooggemeenschap behoort. Vroeger zat het onderwerp echt in de taboesfeer, maar de grotere openheid in de maatschappij vandaag verlaagt de drempel om er openlijk over te praten. Sommige respondenten geven bovendien aan dat ze het nieuws eerst zelf moesten verwerken voor ze het konden delen met anderen.

LEES OOK > ‘Elk lichaam is oké’: intersekse bij kinderen

Er leeft wel wat bezorgdheid bij de grootouders: er is nog steeds heel wat onbegrip en afkeuring voor de LGBTQI+ gemeenschap, en de maatschappij polariseert de laatste tijd zeer sterk. De verharding en onverdraagzaamheid aan het extreme eind vallen niet te ontkennen. Een outing in de buitenwereld is nog steeds een moedige beslissing, merken ze op.

In elk geval klinkt één boodschap bij onze respondenten bijzonder luid door: iedereen verdient geluk. En dat betekent dat je jezelf moet kunnen zijn. Als grootouder willen ze daar — vooral voor hun kleinkinderen — hun steentje toe bijdragen, door in openheid te luisteren, en respect en steun te geven. Zoals een van de grootouders het formuleerde: Be who you want to be, but be loved. Want zolang er liefde en eerlijkheid is, is alles bespreekbaar en aanneembaar.

De Gezinsbond wil werk maken van een maatschappelijk draagvlak rond vrije keuze in gender en seksualiteit. We zijn ervan overtuigd dat je goed voelen thuis begint. Meer over het onderwerp lees je in ons dossier Alle liefs voor M/V/X.

Van maandag 20 tot vrijdag 24 maart 2023 is er de Regenboogweek, georganiseerd door Vief vzw Seniorenknooppunt i.s.m. de RainbowAmbassadors.

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 12/12/2022, laatste update op: 27/01/2023

Tags: