Tiener zijn, het is niet altijd eenvoudig. Je lichaam en je brein worden op korte tijd grondig verbouwd, er komt gigantisch veel op je af en je moet duizend-en-één keuzes maken. Logisch dus, dat je ’t af en toe lastig hebt. Bij sommige tieners komen daar nog extra struggles bovenop, waardoor hun puberteit vaak een heuse ploetertijd wordt. In Casa Rosa in Gent praten we met Lex (17) en Miel (17) over mentale gezondheid bij tieners, mooie & moeilijke momenten en toekomstmuziek.

Sava & slapjes

Kunnen jullie jezelf even voorstellen? Wat moeten – of mogen – onze lezers over jullie weten voor we aan onze babbel beginnen?

Lex: Ik ben 17 jaar, ik heb een broer en heb mijn laatste jaar afgerond in de kunsthumaniora.  Volgend jaar ga ik illustratie volgen aan het KASK. Ik hou van tekenen en van cosplay, vooral de anime-stijl spreekt mij aan: felle kleuren en overdreven kapsels en zo. Verder ben ik enorm geboeid door gender en seksualiteit. Mijn eigen gender is fluïde en dus niet binair. Het verandert van dag tot dag. Oh ja, ik heb ook last van ADHD. Ik word snel nerveus en struikel dan over mijn woorden. Je bent gewaarschuwd!

Miel: Ik ben ook 17. Ik heb autisme en ga naar een school voor leerlingen met autisme. Het vierde jaar humane wetenschappen heb ik net achter de rug. Een heel fijne en boeiende richting is dat! Qua seksuele oriëntatie val ik zowel op jongens als op meisjes, maar ik heb momenteel geen lief. Ik heb heel lang gekampt met een depressie en heb ook al een aantal opnames achter de rug. Je mag dus gerust zijn: ik heb ’t één en ander te vertellen over mentale gezondheid.

LEES OOK > Van ‘Huh?’ naar ‘Aha!’: de betekenis achter LGBTQ+

Ik zou het met jullie inderdaad vooral willen hebben over dat onderwerp. Dus vertel eens: hoe is ‘t?

Miel: Tegenwoordig is het wel sava met mij, maar tot twee maanden geleden was ik nog opgenomen in de psychiatrie omdat ik depressief was en een zelfmoordpoging had ondernomen. Die opname heeft me geholpen, ik sta sterker nu. Het was trouwens niet mijn eerste opname, ik heb er intussen al zes achter de rug…

Mentale gezondheid bij tieners: tips van Lex en Miel

Lex: Ik vind het moeilijk om te antwoorden op de vraag ‘Hoe is ‘t?’. Momenteel voel ik mij oké omdat ik afleiding heb en omdat er naar mij wordt geluisterd. Maar in het algemeen voel ik mij nogal slapjes en moe. Er is iets wat mij constant steekt, dus ik kan niet gewoon ‘goed’ antwoorden.

Toen ik vanochtend wakker werd, had ik eigenlijk geen zin om op te staan. Het idee dat ik op school mijn vrienden zou zien, heeft me uiteindelijk toch uit bed geduwd. Met mijn vrienden kan ik heel hard lachen, bij hen leef ik in het moment en denk ik niet aan de dingen die mij verdrietig maken. Mijn humeur verandert heel snel, net zoals mijn gender. (gelach)

Je zegt ‘de dingen die me verdrietig maken’. Welke dingen zijn dat zoal?

Lex: Ik denk veel te diep na. Soms zit ik daardoor compleet vast in mijn gedachten, voel ik me rotslecht en zeg ik dingen die echt ongepast zijn. Ook tegen mijn vrienden. Zij zijn de mensen die ik op mijn donkere momenten het hardst nodig heb, en toch duw ik hen dan weg en lukt het mij niet om normaal met hen te praten. Heel lastig, ik heb daar geen controle over.

Miel: Ik ken dat gevoel, en ook wat je vertelde over wakker worden en geen zin hebben om op te staan. Vanochtend voelde ik mij ontzettend nerveus. Sociale dingen zijn moeilijk voor mij, dus het was een grote stap om naar hier te komen en dit interview te doen. In mijn hoofd speelden zich allemaal worstcasescenario’s af, en op den duur kon ik aan niets anders meer denken. Maar kijk, nu besef ik dat die stress nergens voor nodig was, het valt hier heel goed mee!

Oef, dankjewel. Ik stel het alleszins heel hard op prijs!

Hulp & aandacht

Als je het mentaal moeilijk hebt, is het belangrijk dat je goed omringd wordt. Zijn er mensen bij wie jullie terechtkunnen?

Miel: Mijn ouders zijn echt de beste die je je kan voorstellen, ze zijn heel open-minded en begripvol. Mijn broer Stan zegt misschien niet veel, maar hij laat wel regelmatig merken dat hij me graag heeft. Verder ga ik al jaren bij dezelfde psycholoog, bij haar kan ik alles op tafel gooien en dan zoeken we samen een oplossing.

Lex: Mijn mama is de liefste op aarde! Ze is zorgzaam, luistert altijd naar mij en voelt heel goed aan wanneer ik met iets zit. Ik kan voor haar niets verstoppen. Ze snapt dat het voor mij te zwaar kan worden wanneer ik weer eens te veel nadenk en probeert me dan echt te helpen. Mama is ook samen met mij op zoek gegaan naar de juiste professionele hulp.

LEES OOK > TAJO biedt kwetsbare tieners een toekomstperspectief

Vind je dat er in onze maatschappij genoeg aandacht is voor mentaal welzijn?

Lex: In steden valt het mee, daar staan mensen meer open voor zulke thema’s, maar op het platteland zijn psychische problemen vaak nog taboe. Ik vind wel dat heel wat scholen tekortschieten op dat vlak. Op mijn vorige school kwam ik op een bepaald moment bij de zorg terecht en die adviseerden me om een planning te maken. Maar ik had helemaal geen planning nodig! Ik had iemand nodig die naar me luisterde en die me begreep!

Miel: Op scholen gebruiken ze vaak één en dezelfde methode voor iedereen, maar zo werkt dat toch niet? Ze zouden meer moeten kijken naar de persoon dan puur naar het probleem waarmee die persoon aanklopt. De school waar ik nu zit, is heel flexibel en open-minded, maar op mijn eerste school was ik blijkbaar de allereerste leerling met mentale struggles… Ze wisten niet wat ze met mij moesten aanvangen. Pas op, ze hebben uiteindelijk wel hun best gedaan, maar ze hadden simpelweg de middelen en de know-how niet.

Wat vinden jullie van initiatieven zoals Rode Neuzen Dag?

Miel: Ik vind het geweldig dat die er zijn, maar het is alleen wat jammer dat zo’n thema dan een week alle aandacht krijgt en daarna weer wordt vergeten.

Mooiste & moeilijkste

Als je zo eens terugblikt op je zeventienjarig bestaan, wat beschouw je dan als de mooiste dag of periode uit je leven, en wat was tot nu toe de moeilijkste?

Miel: De periode vóór de scheiding van mijn ouders beschouw ik als de mooiste van mijn leven. Zo rond mijn vijf jaar was ik echt gelukkig: een blij, onschuldig en onbezorgd kind. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik acht was, en daardoor is de bal eigenlijk aan het rollen gegaan. Ik was te jong om alles te mogen weten of om inspraak te hebben, maar oud genoeg om dingen aan te voelen en te beseffen.

Mijn ouders komen nog goed overeen, het was zeker geen vechtscheiding, maar ik ben heel lang ontzettend boos geweest op mijn mama omdat zij de eerste stap had gezet. Ik zag hoe hard mijn papa leed onder hun breuk en dat was de echt de hel voor mij. Op den duur heb ik het wel kunnen verwerken, maar dat gevoel is er lang geweest.

Mijn moeilijkste moment… de zwartste dag uit mijn leven is ongetwijfeld 20 mei 2019. Mijn stiefpapa heeft toen zelfmoord gepleegd. Ik heb al een heel traject afgelegd om het te verwerken, met een aantal opnames en zelfs een zelfmoordpoging…

Hoe eenzaam voelde jij je op het moment dat je het leven niet meer zag zitten? Kan je dat beschrijven?

Mentale gezondheid bij tieners: tips van Lex en Miel

Miel: Da’s moeilijk… Ik voelde dat het te veel werd om het alleen te dragen, dat ik bij iemand moest aankloppen, maar toch was er iets in mij dat zei: ‘Je moet het wél alleen doen. Het is allemaal jouw fout.’ Die zinnetjes bleven in mijn hoofd op repeat staan, een hele nacht lang. Het was een regelrechte marteling. En toen werd het heel donker.

LEES OOK > Wat als je tiener denkt aan zelfmoord?

Ik vind het heel dapper dat je dit hier wil vertellen, echt waar. Is er nog iets wat je erover kwijt wil?

Miel: Ik wil graag meegeven aan mensen die hetzelfde voelen: je bent niet alleen, écht niet. Geloof het van iemand die het zelf heeft doorgemaakt. Je hebt het misschien al vaker gehoord, maar het zal verbeteren, geloof mij. Er gaat sowieso een dag komen dat er weer licht is, daar mag je zeker van zijn.

Wat zou je nu zeggen tegen de Miel van toen die zo hard worstelde met zichzelf?

Miel: Ga naar buiten en vertel aan iemand hoe je je voelt, al is het aan een willekeurige persoon op straat. Weet je, ik was een meester in het verstoppen. Ik kon een hele nacht wakker liggen en wenen, maar ’s ochtends stond ik gewoon op, ging ik naar school en deed ik alsof alles oké was.

Er zijn niet veel mensen op de hoogte van wat ik doorgemaakt heb, maar ik doe mijn verhaal omdat ik hoop dat iemand ermee geholpen is. Wie weet kunnen mensen door dit te lezen de cyclus in hun hoofd doorbreken en zetten ze een eerste cruciale stap. En oké, na die eerste stap is de weg nog lang en moeilijk, maar je kan het.

Hoe moeilijk is die weg momenteel nog voor jou?

Miel: Het gaat met ups en downs. Ik ga regelmatig bij de psycholoog en ik blijf ook medicatie nemen. Die pilletjes helpen me onder andere om mijn stemming wat te regelen, dus ik vind het echt niet erg om ze te nemen.

Lex, kan jij ons ook iets vertellen over je mooiste en moeilijkste momenten?

Lex: Mijn mooiste periode was toen ik samen was met mijn eerste vriendin. We zaten op hetzelfde internaat en zijn meer dan drie jaar een koppel geweest, van mijn veertien tot mijn zeventien jaar. Ik leefde toen écht. We hebben elkaar heel hard geholpen bij onze zelfontwikkeling, we maakten samen een groei door en hebben massa’s leuke momenten beleefd. Het was echt fijn.

Anderhalf jaar geleden heb ik een moeilijke periode doorgemaakt toen ik ontdekte dat ik mij niet volledig een meisje voel. Ik worstelde met mijn gender, zakte in een put en raakte er niet meer uit.

Maar mijn allerslechtste moment… dat was vier maanden geleden. Er gebeurde toen in mijn persoonlijk leven iets wat ik gewoon niet kon geloven, mijn wereld stortte totaal in.

Ik voelde me zo slecht dat ik niet meer wou bewegen of naar school wou gaan. Een vriendin van het internaat heeft me toen opgevangen en verzekerde mij: ‘Dit komt goed.’ We zijn nu vier maanden verder, ik heb het nog moeilijk maar het is inderdaad goed gekomen met mij. Ik raak vooruit.

LEES OOK > Jens maakte de transitie van meisje naar jongen: ‘Nu weet ik wat gelukkig zijn is’

Gender & voornaamwoorden

Lex, je vertelde daarnet dat je vorig jaar geworsteld hebt met je genderidentiteit, kon je daar met iemand over babbelen?

Lex: In de eerste plaats met mijn mama, ik kan met haar heel open praten over mijn genderidentiteit en genderexpressie (nvdr: wat de buitenwereld van jou te zien krijgt, bv. de kleren die je draagt). Zij heeft samen met mij ook een afspraak gemaakt bij het UZ om me goed te laten begeleiden.

Met papa loopt het minder vlot. Zolang ik me identificeerde als lesbisch, vond hij het oké, maar toen ik hem vertelde dat ik me geen meisje voel, blokkeerde hij. Hij wil er niets van weten of horen. Als ik erover wil praten, antwoordt hij: ‘Dat kan niet. Je bent een meisje en niets anders.’ Zijn reacties maken het voor mij extra moeilijk om mezelf te accepteren op dat vlak.

Kunnen jullie zo’n reactie ook ergens begrijpen?

Miel: Ik merk wel vaker dat er minder begrip is voor een andere genderidentiteit dan voor seksuele oriëntatie. Maar of ik zulke reacties begrijp? Ja en nee. Aan de ene kant snap ik dat het niet evident is als je opgevoed bent met het idee van ‘man, vrouw en daarmee uit’ en heel je leven niets anders geweten hebt. Aan de andere kant zijn er nu zóveel mogelijkheden om je te informeren over die materie, dus waarom doe je het dan niet?

Lex: Klopt. Kijk naar mijn mama: zij heeft in haar opvoeding ook alleen de traditionele man-vrouwverhalen meegekregen en haar ouders waren heel close minded. Maar mama stelt haar eigen gevoel niet op de eerste plaats, ze denkt vooral: ‘Hoe voelt mijn kind zich hierbij?’

Miel, hoe reageerden ze bij jou op het feit dat je zowel op meisjes als op jongens valt?

Miel: Vrij goed eigenlijk. Ikzelf wist het al van rond mijn tiende, maar ik heb zeker nog twee à drie jaar gewacht om het te vertellen omdat ik ervan uitging dat ze mij te jong zouden vinden om dat al te weten. Het is ook geen boodschap die je zo tussen de soep en patatten meegeeft hé, ik was toch wat bang voor hun reactie. Op school praat ik daar niet echt over maar bij mijn vrienden is er wel begrip, ook bij vrienden die niet in de LGBTQ-gemeenschap zitten.

Lex: De vrienden die het dichtst bij mij staan, zitten ook allemaal in de gemeenschap, buiten één jongen die cisgender (nvdr. hij is geboren als man en voelt zich ook zo) en hetero is. Hij zegt dat hij dankzij mij al veel meer inzicht heeft in dingen als genderidentiteit. Mijn LGBTQ-vrienden zijn allemaal cisgender, maar ze staan open voor hoe ik mij voel. Ze vroegen ook vrij snel welke voornaamwoorden ze bij mij moeten gebruiken.

Onlangs deed de Vlaamse overheid een aantal aanbevelingen om genderinclusief te communiceren en het ging onder andere ook over het gebruik van die voornaamwoorden. De reacties van sommige mensen in de straat waren niet mals…

Lex: Chapeau voor de Vlaamse overheid, maar die reacties van bepaalde mensen… zo erg! Alsof het hun leven verandert als er ineens een andere aanspreking staat of als er onder een mail een voornaamwoord vermeld wordt. Ik voel het echt borrelen van kwaadheid als ik zulke reacties lees.

Miel: Niet normaal! Hele paragrafen om te klagen over de aanhef van een brief. Ik moet me dan inhouden om er niet op te reageren. En die voornaamwoorden, als je daar bij bepaalde mensen naar vraagt, antwoorden ze: ‘Oh, ik heb dat niet!’ (hilariteit)

Lex: Haha, iedereen heeft er, hé! Je zegt toch ook ‘ik’? Mensen hoeven daar ook niet krampachtig rond te doen: als je iemands voornaamwoorden fout gebruikt, moet je je daar ook niet uitgebreid voor verontschuldigen. Het is normaal dat je het niet meteen onder de knie hebt, ik snap dat perfect. Ik geef nu de voorkeur aan Lex als naam, maar wanneer iemand mij nog aanspreekt met Lies, heb ik daar absoluut geen probleem mee.

Miel: Inderdaad, take it easy!

LEES OOK > Senne Misplon (22) over zijn coming-out als trans man

Zelfliefde & huisdieren

Jezelf graag zien, heel belangrijk in het leven. Lukt dat een beetje bij jullie?

Miel: Bwah, ik heb altijd een laag zelfbeeld gehad. Vandaag is het misschien iets beter, maar echt nog niet super.

Noem eens twee positieve kanten aan jezelf?

Miel: Pfff, moeilijk.

Lex en ik kunnen er zeker al een aantal opnoemen, en we kennen je nog maar een uur…

Lex: Je bent heel spontaan en lief!

En vlot en meelevend. En je kan super goed luisteren.

Miel: Mja, dankjewel. Maar er is dan altijd dat stemmetje in mijn hoofd dat me naar beneden trekt en zegt: ‘Komaan, niet opscheppen. Niet stoefen over jezelf.’

Lex: Ik ken dat. Daarom had ik een tijdje geleden een boekje met een aantal vragen voor de momenten waarop ik het moeilijk heb. Zoals: ‘Noem één ding dat je leuk vindt aan jezelf.’

Ja Lex, noem eens zo’n ding?

Lex: Ik ben creatief en heb blijkbaar heel snel een gigantisch enthousiasme voor dingen.

En een open, grappige blik, alsof je in het leven wil bijten.

Lex: Fijn dat je dat zegt, want ik heb zelf vaak het gevoel dat ik niet thuishoor in dit leven of in deze wereld. En ergens kén ik mijn positieve kantjes wel, maar ik vergeet ze vaak.

Welke boodschap hebben jullie voor ouders van tieners?

Miel: Als je ruzie gehad hebt met je tieners, doe dan achteraf niet alsof er geen vuiltje aan de lucht is, maar praat het uit. Zorg ervoor dat ze niet moeten gaan slapen met een rot gevoel, want de nacht kan dan heel lang duren.

Lex: Ik snap dat je als ouder niet begrijpt wat genderfluïde of non-binair betekent, maar ik vind wel dat je je kan informeren. En begrijp je het dan nog niet, toon dan op zijn minst respect voor je tiener.

Miel: Wanneer tieners een rotdag gehad hebben op school en je schotelt hen ‘s avonds spruitjes voor: nog meer ellende! Maak bijvoorbeeld eens gehaktballetjes in tomatensaus klaar – of iets anders wat ze graag lusten. Zo’n klein gebaar kan echt een verschil maken.

LEES OOK > Het tienerbrein maakt het ouders knap lastig: ‘Probeer een sparringpartner te zijn in plaats van een dirigent’

Waar hopen jullie binnen tien jaar te staan?

Lex: Ik hoop dat ik dan een betere controle ga hebben over mezelf als ik ergens tegenaan bots. Of dat ik tenminste hulp vraag. Voor de rest wil ik graag een kat. En volledig veganistisch eten. Ik hoop ook dat ik een klein leuk huis vind dat fijn aanvoelt en waar ik de muren vol posters en tekeningen kan hangen.

Toen ik nog kei verliefd was wou ik voor altijd samenzijn met één persoon, en trouwen en samen een hond en een kat kopen. Nu heb ik dat niet meer. Voor de rest wil ik me later nóg minder aantrekken van wat mensen van me denken en gewoon de kleren dragen die ik wil, ook de meest extreme spullen. Zoals het tweedehands trouwkleed dat ik onlangs gekocht heb voor achtentwintig euro!

En jij, Miel?

Miel: Ik hoop dat ik een mooie hond zal hebben en dat ik gewoon gelukkig ga zijn. En gelukkig zijn, da’s me gewoon goed voelen in mijn vel en in mijn hoofd. Me geen zorgen maken over onnozele dingen, niet alles overdenken. Ik hoef daarom geen chique huis of een chique boot te hebben. Het mag zelfs een caravan zijn.

Lex: Oh ja, of een boomhut! Of een bus!

Miel: Haha, dat mag ook! Een partner staat niet bovenaan mijn lijstje. Vind ik iemand, oké, vind ik niemand, ook oké. Dat gaat mijn geluk niet echt bepalen. Dus ja, misschien ga ik best voor een hond. Zo’n beestje is áltijd blij als je thuiskomt!

Ik wens het jullie van harte toe. Zowel de huisdieren als al het geluk van de wereld.

Foto’s: Kristof Ghyselinck

Over Casa Rosa

Casa Rosa is het Oost-Vlaams Regenbooghuis en is de koepelorganisatie van een 20-tal  aangesloten Oost-Vlaamse verenigingen. Casa Rosa zorgt voor een huis en een thuis voor LGBTI+ personen door een ontmoetingsplaats, informatie en ondersteuning aan te bieden en activiteiten te organiseren. Zit je met vragen of heb je nood aan een gesprek? Dan kan je er terecht via mail (info@casarosa.be) of telefonisch (09 869 28 12). Je kan ook langsgaan tijdens de Open Salons op woe- & zaterdagmiddag tussen 13u – 17u (Kammerstraat 22, Gent). Meer info vind je op de website casarosa.be.

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 08/07/2022, laatste update op: 02/06/2023