Co-ouderschap is niet altijd de beste optie voor de kinderen. De regeling legt een zware last op de kinderen en bovendien communiceren gescheiden ouders niet of slecht over de opvoedingskeuzes. Dat blijkt uit onderzoek van sociologe Sofie Van Assche (KU Leuven).

Bij een echtscheiding van een koppel met kinderen is co-ouderschap vandaag de dag dé manier om de zorg voor de kinderen te delen. Het lijkt het beste voor iedereen: de lasten, de lusten en de kosten zijn verdeeld over de ouders en de kinderen kunnen evenveel tijd met hun ouders doorbrengen en hoeven niet te kiezen.

Maar dat blijkt niet het geval te zijn, of toch niet altijd, zo bleek uit onderzoek van de sociologe, wat in De Morgen werd gepubliceerd.

LEES OOK > Wat is een goede verblijfsregeling voor kinderen?

Last op het kind

De last op het kind is groot. Ze moeten ‘verhuizen’, het is maar zelden dat de ouders van huis veranderen. Als de ouders ver uit elkaar wonen, is het moeilijker een sociaal leven of hobby’s op te bouwen omdat er niet altijd naar een verjaardagsfeestje of niet wekelijks naar een training of les kan worden gegaan, zo klinkt het.

‘Het is voor het kind belangrijk dat de ouders praten met elkaar.’

Communicatieproblemen

Als de ouders dan ook nog eens niet of slecht met elkaar communiceren of elkaar het leven zuur maken, dan zijn kinderen helemaal de dupe.

  • 29 procent praat gewoonweg niet met elkaar, ook niet over de kinderen.
  • 26 procent heeft ruzie over opvoedingskwesties.
  • 20 procent slaagt er wel in samen beslissingen te nemen.

‘Terwijl het voor kinderen en jongeren net heel belangrijk is dat de ouders wel praten en respect voor elkaar opbrengen, ook al hebben ze geen relatie meer’, verklaart Van Assche.

LEES OOK > De scheidingskoffer: voor al je vragen over scheiding

Co-ouderschap: een recht?

Dit alles bij elkaar zorgt ervoor dat er vraagtekens te stellen zijn bij co-ouderschap, zeker in het belang van het kind. Maar dat wordt moeilijk: enerzijds omdat in de wet staat ‘dat co-ouderschap bij conflict bij voorrang onderzocht moet worden als optie. Anderzijds zijn ouders het co-ouderschap als recht gaan beschouwen.

‘Dat recht willen ze niet meer afstaan. De ouders zien het als falen als ze geen co-ouderschap toebedeeld worden’, aldus de sociologe. Dus gaan stemmen op om de wet aan te passen. Dat wordt onder meer gesteund door kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen en professor familierecht Charlotte Declerck (UHasselt).

‘De 50-50-regeling is echt niet altijd het beste voor het kind.’

Partners

En de partner dan? De reden dat co-ouderschap naar voren is geschoven, heeft te maken met de betrokkenheid van de partner bij het opvoedingsproces. Zowel (mee)mama’s als papa’s willen hun kinderen zien en ervoor zorgen.

‘Voor een scheiding zorgden de ouders ook niet altijd evenveel voor de kinderen’, merkt Van Assche op. De vraag rijst nu waarom de verhouding anders moet zijn dan ze was.

‘Een 70-30-regeling is vaak realistischer. Uit ons onderzoek is gebleken dat ouders en kinderen een even goede band hebben bij zo’n regeling.’ Of nog beter: een regeling afgestemd op het gezin in kwestie. ‘Eigenlijk is een goede verblijfsregeling maatwerk’, beaamt de onderzoekster.

Volg de Gezinsbond ook op FacebookTwitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.

Gepubliceerd op: 19/01/2017, laatste update op: 02/05/2023

Tags: ,