Blogger Karel-Willem is papa van Raf en Stef, leraar Nederlands én drummer. Hij geeft een kijkje in zijn leven als jonge papa. Dit keer: Raf is nu ‘big brother’.

We hebben een T-shirtje laten bedrukken voor ons eerste zoontje. De afbeelding van een kinderwagen met daarboven in grote drukletters: BIG BROTHER IS WATCHING YOU. Het is onze manier om aan onze omgeving duidelijk te maken dat er een tweede op komst is.

Het legendarische zinnetje van George Orwell prijkt nu op de buik van een jongetje dat huppelend zijn nietsvermoedende grootouders tegemoet loopt. Bonnie tilt hem op, zwiert hem om haar as en zet hem weer neer.

dagboek Karel-Willem: big brotherHet duurt een tijdje voor de grootouders zijn nieuwe shirt opmerken. Maar dan zien we plots het besef en de twinkeling in hun ogen. We glimlachen gelukzalig en er wordt geknuffeld. We krijgen een tweede zoontje!

Ons mannekes

Het mag dan geen koningswens zijn, stiekem vinden we twee broertjes wel heel fijn: ons mannekes. Ik zie mezelf al trots in het publiek staan als ze later met hun band alle grote zomerfestivals aandoen. Bovendien spaart het ons een hoop geld uit omdat we veel kleertjes opnieuw kunnen gebruiken en geen meisjesspullen moeten aanschaffen.

Met ons viertjes

De eerste ontmoeting tussen de broertjes wordt nauwkeurig door ons geregisseerd. Bij de geboorte van ons oudste zoontje hebben we geleerd hoe intens en bepalend die eerste momenten zijn. We vinden het vooral belangrijk dat de baby niet als een indringer wordt gezien.

Als zijn grote broer de kamer binnenstapt, zorgen we er daarom voor dat de baby niet op mama ligt. En we willen voldoende tijd voor onszelf. Als gezin. Voor het eerst met ons viertjes.

‘De komst van een tweede kindje brengt ons gezin uit balans’

Ik ben ontzettend zenuwachtig als ik de oudste ophaal voor die eerste ontmoeting. Wat lijkt hij ineens groot! Ik heb nog maar pas een baby op de arm gehad en daardoor lijkt deze tweejarige nu een beer van een vent.

Trots en enthousiast loopt hij voor me uit het ziekenhuis in. Alsof hij de weg al kent. Als we de deur van de kraamkamer openen, ligt de baby vredig in zijn bedje. Wat lijkt hij klein. Ik hoor: ‘Broertje!’ Voor het eerst in ons leven zijn we met vier.

Handen tekort

Nu hebben we er elk eentje. De eerste lijkt eerder op mij, de tweede is ‘meer de mama’.

Het geeft ons gezin een zekere vorm van symmetrie. Al moet ik bekennen dat we sinds de komst van een tweede kindje meer dan eens uit balans worden gebracht. We hebben elk maar twee handen en dat is voor twee jongetjes vaak ontoereikend. Zeker op momenten dat je er alleen voor staat.

Als je de één zijn flesje geeft, heb je geen handen vrij om de ander tegen te houden terwijl die met zijn kleurpotloden in de hand jouw favoriete roman openslaat. Ook ’s nachts liggen we minder ontspannen in ons bed. Want als de één begint te huilen zou de ander wel eens wakker kunnen worden. Na de nachtzoen wensen we elkaar een ononderbroken nacht en hopen we dat de nachtlawine uitblijft.

LEES OOK > Als je peuter grote broer of zus wordt

‘Ik ben al groot’dagboek Karel-Willem: big brother

‘Awel?’ We schrikken op, want het is alsof we onszelf horen. De intonatie waarop Raf ’s morgens zijn kleine broer begroet, is een exacte kopie van ons. Zelfs in de manier waarop hij hem aankijkt en aanraakt, doet hij ons na.

Het is schattig om te zien hoe groot hij zich voelt. Wanneer de kassierster in de supermarkt vraagt of de papjes voor hem zijn, antwoordt hij: ‘Nee, ik ben al groot.’ Hij moet nog drie worden …

Grote-broergevoel

Wij spelen handig in op dat ‘grote-broergevoel’. Als hij zijn bord niet wil leegeten of niet wil gaan slapen, richten we ons naar zijn kleine broer: ‘Kijk eens hoe flink Raf aan het eten is!’ of ‘Amai, grote broer gaat al flink slapen!’

In onze ooghoeken zien we dat het werkt. Hij kan maar moeilijk zijn trotse lachje bedwingen terwijl hij keihard zijn best doet om flink te zijn.

Ze kennen elkaar nog geen jaar en ze hebben al een pact gesloten. Een verbond zonder woorden. Zij zijn immers soortgenoten. En als het erop aankomt kiezen ze elkaars kant. Onvoorwaardelijk. Dat merken we als ze deugnieterij in hun oogjes krijgen.

Toch bakenen ze onderling ook duidelijke grenzen af. In de dubbele buggy genieten ze zij aan zij van elkaars gezelschap. Tot één van beide de grens doorprikt en aan de jas van de andere prutst. Dan wordt meteen duidelijk dat de broertjes wel voor elkaar door het vuur gaan, maar niet álles met elkaar delen. Er zijn grenzen.

‘Ze zullen veel aan elkaar hebben’, hoorden we regelmatig. Het is mooi om te zien dat het waar is. ‘Niet wenen, Stefke’, zegt de oudste terwijl hij speelgoed naar zijn huilende kleine broer brengt.

‘Ondertussen zet ik regelmatig Soulwax of Oasis op. Je weet maar nooit dat ze samen een band willen beginnen.’

Bros for life

We merken pas echt hoeveel ze om elkaar geven tijdens een van hun lachbuien. Aan tafel begint de één uit het niets te lachen om de ander en omgekeerd. Ze gieren tot ze rood zien en naar adem moeten happen. Een lawine van geschater. We zouden er uren naar kunnen kijken. Stiekem hopend dat het dan ’s nachts stil blijft.

Dat ze nu maar samen opgroeien en veel aan elkaar hebben. Ondertussen zet ik regelmatig Soulwax of Oasis op. Je weet maar nooit dat ze samen een band willen beginnen.

Als ze dan later op het podium van Werchter staan, laat ik opnieuw T-shirts bedrukken. Voor de één: ‘Big Brother is watching you!’ Voor de ander: ‘And little bro keeps an eye out for you too!’

LEES OOK > Dagboek Elias, maand 23: ‘De relatie met je grote broer is zo gegroeid’

column Karel-Willem avatarPapa Karel-Willem

Dit dagboek is eerder verschenen in Brieven aan Jonge Ouders, het gratis tijdschrift voor alle ouders. Pas bevallen of nog in verwachting? Schrijf je hier in om deze razend interessante reeks gratis te ontvangen. Voor ouders van kindjes tot 18 maanden zijn er ook de NieuwsBrieven aan Jonge Ouders, elke maand in je mailbox.

Gepubliceerd op: 10/02/2020, laatste update op: 14/02/2022

Tags: ,