‘Ik zat vaak in het bos met mijn verrekijker, was het jongste lid van de Heemkundige kring van Stekene en had het oersaaie ritueel om elke zaterdag naar de bib te gaan. Daar koos ik dan een hele stapel boeken en elpees uit. Die elpees nam ik op een cassetje op en ’s zondags luisterde ik daarnaar terwijl ik een tekening maakte of zo.’ Comedian, cabaretier en acteur Begijn Lebleu (45) heeft niet bepaald wilde puberjaren achter de rug, al haalde hij die schade later ruimschoots in. Ook bij zijn drie dochters blijkt het voorlopig best mee te vallen. ‘We hebben een vrij open relatie, kunnen goed babbelen met elkaar en maken ook gewoon veel lol. En ja, ze draaien al eens met hun ogen maar ik lok dat soms zelf uit. Omdat ik het zó grappig vind.’
Markant kind
‘We waren thuis met twee kinderen. Mijn zus is ouder dan ik en mindervalide, waardoor het in ons gezin allemaal net wat anders verliep. Bij alles wat we wilden doen, hielden we rekening met wat zij aankon. Niet dat ik dat als kind zo speciaal of moeilijk vond, ik groeide daarmee op dus stond er eigenlijk niet echt bij stil. Ik werd heel beschermend opgevoed, ik denk dat mijn moeder door de beperking van mijn zus extra bang was dat er met mij iets zou gebeuren.
Ik was een vrij rustig en teruggetrokken jongetje, maar wel een markant kind, denk ik. Al klinkt dat nu misschien wat onbescheiden. Ik speelde gitaar, luisterde obsessief naar muziek, tekende veel, zat vaak in het bos met mijn verrekijker en las een massa boeken. Vooral geschiedenisboeken: ik was één van de jongste leden van de Heemkundige Kring van Stekene. (glimlacht) Iedereen vroeg zich af wat die jonge snotter daar deed. Mijn lagere school was niet bepaald een succes, in rekenen bleek ik een absolute ramp. Op het moment dat het CLB mij eigenlijk een beetje afschreef, noteerde mijn vader op hun formulier dat ik vaak bezig was met creatieve dingen en dat ik daar ook wel aanleg voor had. Mijn vader wist niet meteen wat hij moest aanvangen met mij en al mijn interesses, maar hij bevestigde op die manier dat ik wel degelijk iets kon.
In het middelbaar heb ik biotechniek/land- en tuinbouw gevolgd, omdat ik zo geboeid was door de natuur. Daar begon ik ineens goede punten te scoren, maar school interesseerde mij langs geen kanten. In het zesde middelbaar ben ik een jaar blijven hangen, ik was het allemaal beu en moe. Toen ik na het middelbaar naar de hogeschool ging om leerkracht te worden in de vakken Engels, geschiedenis en godsdienst, liep het niet veel vlotter. Ik heb mijn eerste jaar twee keer moeten doen. Maar het lesgeven, voor een klas staan, babbelen en zorgen dat die jongeren naar me luisteren, op de ene of andere manier kon ik dat wel. Het is ook in de hogeschool dat een leerkracht me aanmoedigde en zei dat ik het wel in mij had om teksten te schrijven en iets te creëren.’
Seut en laatbloeier
‘Puberen was in mijn tienerjaren niet aan de orde, ik ben maar losgebroken op het moment dat het bij de meesten al achter de rug was. Pas aan de hogeschool kwam ik in mijn wilde jaren terecht. Ik zat zelfs in het presidium, terwijl dat dat eigenlijk niets voor mij is. Ik begon te ontbolsteren en uit te gaan gelijk zot, feesten en leute maken en noem maar op. Daarnaast hielp ik mee om festiviteiten in elkaar te boksen. Op een bepaald moment belandde ik zelfs bij een vrije radio in Mechelen! Ik deed in die jaren zowat alles wat niets met studeren te maken had maar wel met creativiteit. Dat was echt mijn ding.
Waar ik qua sociale ontwikkeling veel aan te danken heb, is de jeugdbeweging. In mijn geval was dat Jeugd en Gezondheid van de Christelijke Mutualiteit, de seuten onder de jeugdbewegingen. (lacht) Als ik zie wat ik daar allemaal gedaan en geleerd heb: overleggen, discussiëren, plannen maken en kampen voorbereiden, toneelstukjes schrijven en spelen… ik heb daar gigantisch veel van opgestoken!
Op het vlak van meisjes en vrouwen was ik een laatbloeier. Als tiener keek ik naar hen op, ze stonden ver boven mij, een beetje onbereikbaar. Wanneer ik puberjongens zag die naar meisjes durfden toestappen en zelfs al een lief hadden, dacht ik: “Allez gast, dat jij dat nu al kunt! Hoe is dat mogelijk?” Ik moest – en moet nog altijd – enorm veel vertrouwen hebben voor ik zelf met iemand een babbeltje durf te beginnen. Op een podium lukt dat wel, daar kan ik zelfs een grote mond opzetten tegenover een vrouw. Maar als ik van dat podium kom en haar tegen het lijf loop, ben ik nog maar een paar centimeter groot. Zo’n held ben ik dus! (lacht)’
LEES OOK > Bekende vader Willy Sommers: ‘Ik heb nooit puberstreken uitgehaald’
Zaaien en oogsten
‘Kinderen en de opvoeding die je hen wil geven… als je er te lang over nadenkt, begin je er gewoonweg niet aan! (lacht) Mijn vrouw en ik komen allebei uit de pedagogische sfeer, dus we hadden een zekere basis en waren ook van plan om het goed aan te pakken. Een mens evolueert en verandert, en onderweg komen er dingen op je pad waarvan je zegt: “Dat gaan we anders doen, op onze eigen manier.” Neem nu de school: wij vinden sommige accenten die daar gelegd worden niet zo belangrijk. We proberen dat ook duidelijk te maken aan onze dochters en doen ons best om dat thuis zo veel mogelijk op te vangen: we bieden hen de ontbrekende zaken aan, kijken waar ze goed in zijn en stimuleren hen daarin. De wereld is zó rijk en groot, daar wordt in ons schoolsysteem te weinig mee gedaan!
Onze jongste dochter (9) is de meest kommerloze van de drie. Ze tekent en schildert constant, dat is helemaal haar ding. In de zomer organiseren wij hier grote knutselmomenten, dan nemen we oude kartonnen dozen en houten platen onder handen en koop ik dikke bussen verf waarmee ze zich compleet mag uitleven. De middelste (12) beweegt heel veel. Bewegen, met je lichaam bezig zijn, dat is een vorm van intelligentie, een heel andere dimensie. Ik vind het fantastisch dat zij dat in zich heeft en ik vind ook dat ze dat moet weten. Onze oudste dochter (14) is echt een talige spons: ze leest, kijkt, vergaart en zoekt zoveel mogelijk voedsel voor haar brein. Ze wil heel graag bijleren en studeert Latijn omdat ze dat zelf graag wou.
Ik vind het tof wanneer ik merk dat ze hier thuis volledig openbloeien. Vooral de jongste heeft dat fel: laat haar in de vakantie een week met rust en ze komt terug tot wie ze werkelijk is. Dan begint ze lawaai te maken en te crossen met de fiets en gekke toeren uit te halen.
Ik hoop dat ik hen alle drie genoeg dingen aanreik zodat ze zich op hun eigen manier kunnen ontwikkelen en helemaal zichzelf kunnen zijn. Mijn interesses gaan heel breed, van sport tot het spirituele, tekenen, de maatschappij, de natuur… Mijn dochters móeten daar niet uit plukken, maar ze kúnnen wel. Zolang het maar klopt met hun buikgevoel.
Daarnaast babbelen mijn vrouw en ik ook vaak met hen: we houden regelmatig “thuisvergaderingen” waarbij we een aantal dingen bespreken en plannen. Mijn vrouw praat sowieso héél veel met de meisjes en ze is daar een krak in: ze spoort hen in die gesprekken vooral aan om zelfstandig te denken en zelf hun weg te bepalen. Je oogst wat je zaait, en ik hoop alleszins dat we goed aan het zaaien zijn! Het puberen valt hier voorlopig nogal mee, de meisjes zijn nog jong. En ja, ze draaien al eens met hun ogen maar ik lok dat soms zelf uit omdat ik het zo grappig vind.’
Scrollen en vertrouwen
‘Weet je wat de druk aanzienlijk verhoogt in het leven? Dingen zoals iPhones en zo. Echt bellen en afspreken is blijkbaar niet meer in de mode. Wij hebben heel strikte afspraken rond gebruik van iPhones en tablets: ze mogen twee dagen per week geen computer, iPhone of tablet gebruiken. Momenteel zitten ze nog niet op sociale media en we raden dat ook af. De oudste houdt het sowieso liever low profile. Ze is zich erg bewust van het feit dat ze “de dochter van… ” is en vindt het heel vervelend wanneer mensen alleen om die reden met haar bevriend willen zijn.
Ik vind die contacten via sociale media trouwens allesbehalve sociaal. Zo heb ik bijvoorbeeld een hekel aan interviews via telefoon omdat je niet ziet hoe de andere reageert. Pas op, ik ben mee schuldig, ik zit zelf ook regelmatig op die sites. Te veel naar mijn zin. Ik probeer te stoppen maar het is moeilijk: je begint eventjes te scrollen en voor je het weet is er een kwartier voorbij. Je had dus een kwartier in een boeiend boek kunnen lezen! Het is een tijdrovende bezigheid en je hebt er niets aan.’
LEES OOK > Eerste hulp voor ouders: pubers op sociale media
Op je bek
‘Hoe mijn dochters zich mij zullen herinneren? Ik denk dat ik soms wel teruggetrokken kan zijn. Ik zit vaak in mijn eigen, aparte wereld. Dat is nu eenmaal een deel van wie en wat ik ben. Voor de rest hoop ik dat ze mij niet alleen als een vader maar ook als een mens zien. Een mens die fouten kan maken.
In mijn generatie waren onze ouders heuse patriarchen, maar ikzelf geef het toe aan mijn dochters wanneer ik in de fout ben gegaan. Ik hoop echt dat ze zien en onthouden dat je als mens soms de mist ingaat. Marijke en ik vinden dat een belangrijk aspect. Daarom hebben we ook zo’n spreuk in onze keuken hangen: “Fouten maken verleer je nooit”. Dat heb ik zelf bij elk nieuw project al mogen ondervinden. Als je vooruit wil geraken, mag je af en toe stevig op je bek gaan.’
Downsizen
‘Ik heb het gevoel dat het allemaal veel minder kan, wij kunnen eigenlijk kleiner wonen en minder activiteiten doen. Downsizen dus, al zijn er weinig mensen die dat doen. We willen altijd maar vooruitgaan. Altijd meer en altijd verder. En terwijl we zo druk bezig zijn, gaan er essenties verloren. Zonder mensen te veroordelen: mijn hart breekt als ik hoor dat kinderen naar een crèche gebracht worden op momenten dat hun ouders thuis zijn. Ik kan me voorstellen dat ze daar een reden voor hebben, maar toch … Een Nederlandse cabaretier zei ooit: “We brengen onze kinderen naar een crèche, maar onze BMW uitlenen en daar iemand anders mee laten rijden? Ben je gek?” Dat vat het mooi samen.
Ook op het vlak van hobby’s voor kinderen zou het gerust wat minder kunnen. Wij moeten voor onze dochters ook wel heen en weer rijden, maar ik ken kinderen die drie of vier hobby’s hebben! Die kinderen hebben het dan toch veel te druk?
Als ouder mag je ook grenzen stellen aan je eigen engagement, je bent tenslotte geen slaaf. Het is jouw verantwoordelijkheid om goed voor jezelf te zorgen en in de gaten te houden dat het allemaal niet te veel wordt. Terug naar de essentie dus. Ik voel het als mijn taak om daar mee bezig te zijn. Mijn dochters hebben een buitenkeuken met oude potten en pannen. Daar kunnen ze naar hartenlust in rommelen en experimenteren met modder en paardenbloemen. En dat lukt: ze amuseren zich nog vaak met een petfles in plaats van met een iPad. Dat is de essentie: dat je er zelf iets van maakt en dat je niet gewoon gemaakt wordt. Hoor mij bezig. Ik had priester moeten worden!’
LEES OOK > 6 voordelen van buiten spelen
Volg de Gezinsbond ook op Facebook, Twitter en Instagram om op de hoogte te blijven van nieuwtjes en activiteiten. Lid worden van de Gezinsbond kan hier.
Gepubliceerd op: 18/06/2017, laatste update op: 05/06/2023Tags: puberteit