Gescheiden ouders kunnen de fiscale voordelen van kinderen in de personenbelasting gelijk verdelen via fiscaal co-ouderschap. Als ouder sta je dan de helft af van de belastingvrije sommen, voor de kinderen die je ten laste hebt, aan je ex-partner. De Studiedienst sloeg aan het rekenen en moest vaststellen dat fiscaal ouderschap vaak geen goede optie is.
Fiscaal co-ouderschap? Wanneer kan het een goede optie zijn? Als ouders beide worden belast als alleenstaande én ze slechts één of twee kinderen hebben. In dat geval krijgen ze alle twee de bijkomende belastingvrije som voor alleenstaande ouders.
Dat voordeel vervalt echter als er onderhoudsbijdragen worden betaald en fiscaal afgetrokken. Dan is het fiscaal interessanter om de kinderen volledig fiscaal ten laste te laten bij ouder die deze onderhoudsbijdragen ontvangt. Op die manier kan de ouder die de onderhoudsbijdragen betaalt, 80 procent van de betaalde bedragen fiscaal aftrekken.
Fiscale aftrek
De reden hiervoor is dat je fiscaal co-ouderschap en de fiscale aftrek van onderhoudsbijdragen niet mag combineren. Als de onderhoudsplichtige partner, ondanks het afgesproken fiscaal co-ouderschap, toch de onderhoudsbijdragen aftrekt op de belastingaangifte, dan moet de andere ouder een bezwaarschrift indienen om de volledige belastingvrije sommen op te eisen in plaats van de halve.
Dat moet binnen de zes maanden na het aanslagbiljet. Vaak weten beide ouders niet van elkaar wat de andere fiscaal aftrekt, tenzij ze het elkaar spontaan vertellen.
Nadeel vanaf 3 kinderen
Vanaf drie kinderen is fiscaal ouderschap altijd nadelig. Logisch, met de halve belastingvrije sommen van het fiscaal co-ouderschap stellen ouders hun inkomen minder snel in een hogere belastingschijf belastingvrij aan een hogere aanslagvoet.
In een nieuw-samengesteld gezin tellen de kinderen bij fiscaal co-ouderschap, in de rangregeling voor de belastingvrije sommen, alleen mee in het gezin van de ouder die de helft van de belastingvrije sommen afstaat.
De ouder die de helft van de belastingvrije sommen krijgt, komt evenmin in aanmerking voor het terugbetaalbaar belastingkrediet. Deze negatieve belasting van 440 euro per jaar is bedoeld voor ouders die te weinig verdienen om de belastingvrije sommen voor hun kinderen uit te putten.
Verplicht fiscaal co-ouderschap
Als een rechter een gelijkmatige verblijfsregeling oplegt, 50-50 co-ouderschap dus, beseft hij vaak niet dat dit ouders verplicht tot fiscaal co-ouderschap. De fiscus legt zich niet neer bij vonnissen die gelijkmatige huisvesting (zoals bij co-ouderschap) combineren met kinderen die fiscaal ten laste zijn bij één ouder. De fiscus eist dan de toepassing van fiscaal co-ouderschap, wat regelrecht indruist tegen de beslissing van de rechter.
Bij een echtscheiding met onderlinge toestemming (EOT) is het anders. Dan wordt fiscaal co-ouderschap echter pas toegepast als de gehomologeerde overeenkomst duidelijk vermeldt dat de ouders kiezen voor gelijkmatige huisvesting. Ook moeten ze akkoord gaan om de belastingvrije sommen voor hun kinderen gelijk te verdelen.
Vals gevoel van gelijkheid
Het is duidelijk dat fiscaal co-ouderschap een vals gevoel van gelijkheid geeft, tenzij de modaliteiten sterk verbeteren. Als je gescheiden bent en nog kinderen ten laste hebt, kies je er in de meeste situaties beter voor om de kinderen bij één ouder fiscaal ten laste te nemen. Je ex-partner trekt dan zijn of haar onderhoudsbijdragen fiscaal af.
Blijf op de hoogte van ons reilen en zeilen. Volg ons via Twitter en/of Facebook. Of schrijf je in op onze nieuwsbrief.
Gepubliceerd op: 05/09/2017, laatste update op: 02/05/2023Tags: belastingen, co-ouderschap