Ondanks dat veel Vlaamse gezinnen over een fiets beschikken, gebruiken ze hem nog te weinig voor het woon-werkverkeer. Hoe komt dat? En hoe krijgen we meer mensen zover om de fiets te nemen?

De auto blijft koning in het woon-werkverkeer, blijkt uit een onderzoek van de Vlaamse Overheid. In vergelijking met het voorgaande jaar neemt zijn aandeel zelfs toe van 67,3 naar 71,4 procent en dat vooral ten koste van het openbaar vervoer. Zo’n 16 procent van de Vlamingen gaat met de fiets naar het werk. Net als bij de woonwerkverplaatsingen te voet (ongeveer 2 procent) blijft dat cijfer stabiel. Wel zijn er meer dagen waarop mensen zich niet verplaatsen. Thuiswerk, e-commerce en vergrijzing kunnen daarvan de oorzaak zijn.

Functionele verplaatsingen – voornamelijk woon-werkverkeer – gebeuren vandaag dus nog te weinig met de fiets: slechts 13 procent van alle verplaatsingen. Nochtans is zowat de helft van alle functionele verplaatsingen minder dan vijf kilometer ver.

LEES OOK: Zeg niet te snel, met de kinderen nemen we de auto wel

Ondanks dat Vlaamse gezinnen hem niet veel gebruiken voor functionele verplaatsingen, bezit zowat 80 procent minstens één fiets. In de jaren negentig was dat nog maar goed 70 procent. Vandaag tellen we per honderd Vlamingen zo’n 79 fietsen tegenover 51 auto’s.

Hoe krijgen we gezinnen dan zover om de auto vaker in te wisselen voor de fiets? “Nabijheid is de beste mobiliteit”, adviseert de Fietsersbond aan de schepenen van ruimtelijke ordening en stadsontwikkeling. Waarmee ze het fietsbeleid van een gemeente terecht linkt aan het ruimtelijk beleid. Lees hier wat jouw gemeente kan doen voor veiligheid in het verkeer.

Is het verkeersbeleid van je gemeente belangrijk voor jou? Laat dan zeker je stem horen en vul hier onze korte vragenlijst in!

Infrastructuur kan beter

Net bij dat ruimtelijk beleid is er nog meer aandacht voor de fietsinfrastructuur nodig. In 2013 stierven er in Vlaanderen nog 41 fietsers in het verkeer, een hoog getal. Dat ligt onder andere aan de toestand van fietsinfrastructuur, die per provincie nogal wat verschilt. Limburg steekt hier positief met kop en schouders uit boven alle andere provincies Daarna scoren Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen nog het best.

Door de band blijft onze fietsinfrastructuur ondermaats: slechts een derde voldoet aan hedendaagse kwaliteitsnormen, een derde is onvoldoende veilig of oncomfortabel en de rest is ronduit onveilig voor fietsers. Meer investeren in de fietsinfrastructuur zou gezinnen al helpen de stap te zetten van de auto naar de fiets.

Honderd miljoen euro per jaar voor fietsinfrastructuur is mooi, maar als de overheid tegelijk anderhalf miljard euro in nieuwe weginfrastructuur investeert wordt meteen duidelijk wat prioriteit heeft.

Ook vragen we vanuit de Gezinsbond dat bij heraanleg van wegeninfrastructuur vertrokken wordt vanuit de Kindnorm. Dat betekent dat er vanuit het perspectief van jonge kinderen wordt vertrokken. Maatregelen die ervoor zorgen dat kinderen veilig zijn in het verkeer, zorgen er namelijk voor dat iedereen zich veilig in het verkeer kan begeven. Lees hier meer over een verkeersbeleid op kindermaat.

Woensdag Fietsdag

Dit artikel werd gemaakt in het kader van Woensdag Fietsdag. Deze campagne wil Vlaanderen op de fiets krijgen. Omdat de auto nemen vaak een gewoonte is. Menselijk? Oh ja. Wenselijk? Iets minder. Want de files worden er niet minder op. En de lucht niet gezonder. Eén dag per week op je zadel maakt al een groot verschil. Woensdag fietsdag geeft je net dat trapje extra, met supportersploegen, beloningsbadges, tips en prijzen!

Schrijf je in en word lid van het grootste peloton van Vlaanderen! Deel je ervaringen via #GoWithTheVelo. Alle remmen los!

Woensdag Fietsdag is een campagne van Cera en KBC, in samenwerking met Gezinsbond en Gezinssport Vlaanderen, Mobiel 21 en nog vele anderen.

 

Gepubliceerd op: 24/05/2018, laatste update op: 08/11/2021

Tags: ,